Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uitlaten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitlaten (Nederlands) in het Spaans

uitlaten:

uitlaten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de uitlaten (knalpotten)
    el amortiguadores; la sordinas; el silenciadores

Vertaal Matrix voor uitlaten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amortiguadores knalpotten; uitlaten
silenciadores knalpotten; uitlaten dempers; geluiddempers; knaldempers
sordinas knalpotten; uitlaten dempers; klankdempers; sourdines

Wiktionary: uitlaten


Cross Translation:
FromToVia
uitlaten pasear; acompañar walk — to take for a walk
uitlaten soltar lâcherdétendre, desserrer quelque chose.
uitlaten desaprovechar omettremanquer, soit volontairement, soit involontairement, à faire ou à dire ce qu’on pouvait, ce qu’on devait faire ou dire.
uitlaten pasear promener — Mener, conduire, faire aller quelqu’un de côté ou d’autre.
uitlaten continuar reconduireTraductions à trier suivant le sens.

Verwante vertalingen van uitlaten