Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uitloper:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitloper (Nederlands) in het Spaans

uitloper:

uitloper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitloper (rank)
    el retoño; el brote
    • retoño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • brote [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uitloper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brote rank; uitloper jonge plant; loot; opwellen; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; stekje
retoño rank; uitloper

Wiktionary: uitloper


Cross Translation:
FromToVia
uitloper rama; ramificación; ramal; derivado offshoot — that which shoots off from a main stem