Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verkondiger (Nederlands) in het Spaans

verkondiger:

verkondiger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de verkondiger
    el predicador; el cura; el pastor; el párroco; el orador; el precursor; el predecesor; el pastor protestante

Vertaal Matrix voor verkondiger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cura verkondiger broeder; frater; herder; kloosterling; monnik; pastor; predikant; zielzorger
orador verkondiger lector; redenaar; redevoerder; spreker
pastor verkondiger bedienaar van de godsdienst; broeder; dominee; geestelijk herder; geestelijke; herder; herdersjongen; hoeder; pastoor; pastor; predikant; prediker; schapenhoeder; scheper; veehoeder; voorganger; zielzorger
pastor protestante verkondiger dominee; predikant; prediker; voorganger
precursor verkondiger aankondiger; aanwijzing; baanbreker; pionier; voorbode; voorganger; voorloper; voorteken; voortrekker; wegbereider
predecesor verkondiger vorige activiteit
predicador verkondiger
párroco verkondiger herder; pastor; predikant; zielzorger

Verwante woorden van "verkondiger":

  • verkondigers