Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vervolg (Nederlands) in het Spaans

vervolg:

vervolg [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vervolg (voortzetting)
    la continuación

Vertaal Matrix voor vervolg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
continuación vervolg; voortzetting filmsequentie; sequens; sequentie; vervolgdeel; voortduren; voortduring

Wiktionary: vervolg


Cross Translation:
FromToVia
vervolg continuación Fortsetzung — das Fortsetzen
vervolg secuela sequel — a narrative written after another narrative set in the same universe

vervolgen:

vervolgen werkwoord (vervolg, vervolgt, vervolgde, vervolgden, vervolgd)

  1. vervolgen (doorgaan; continueren; voortzetten; )
    seguir; continuar
  2. vervolgen (berechten)
  3. vervolgen (trachten te verkrijgen; nastreven; najagen)
  4. vervolgen (voortzetten; continueren; doorgaan; verdergaan; prolongeren)
    seguir; continuar; proseguir; alargar; prolongar
  5. vervolgen (gerechtelijk vervolgen)

Conjugations for vervolgen:

o.t.t.
  1. vervolg
  2. vervolgt
  3. vervolgt
  4. vervolgen
  5. vervolgen
  6. vervolgen
o.v.t.
  1. vervolgde
  2. vervolgde
  3. vervolgde
  4. vervolgden
  5. vervolgden
  6. vervolgden
v.t.t.
  1. heb vervolgd
  2. hebt vervolgd
  3. heeft vervolgd
  4. hebben vervolgd
  5. hebben vervolgd
  6. hebben vervolgd
v.v.t.
  1. had vervolgd
  2. had vervolgd
  3. had vervolgd
  4. hadden vervolgd
  5. hadden vervolgd
  6. hadden vervolgd
o.t.t.t.
  1. zal vervolgen
  2. zult vervolgen
  3. zal vervolgen
  4. zullen vervolgen
  5. zullen vervolgen
  6. zullen vervolgen
o.v.t.t.
  1. zou vervolgen
  2. zou vervolgen
  3. zou vervolgen
  4. zouden vervolgen
  5. zouden vervolgen
  6. zouden vervolgen
diversen
  1. vervolg!
  2. vervolgt!
  3. vervolgd
  4. vervolgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vervolgen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aspirar a aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; mikken op; pogen; streven; streven naar; trachten
perseguir achtervolgen; volgen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afanarse tras najagen; nastreven; trachten te verkrijgen; vervolgen ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; stressen; vliegen; zich haasten; zich spoeden
alargar continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortzetten duur verlengen; opspannen; prolongeren; spannen; uitrekken; verlengen
aspirar a najagen; nastreven; trachten te verkrijgen; vervolgen ambiëren; doelen; ijlen; ijveren; jachten; jagen; jakkeren; mikken op; opschieten; reppen; snellen; spoeden; stressen; streven; streven naar; vliegen; zich haasten; zich spoeden
cazar najagen; nastreven; trachten te verkrijgen; vervolgen afschieten; afvuren; azen; betrappen; jachten; opdrijven; ophitsen; opjagen; prooizoeken; schieten; schoten lossen; sjezen; snappen; snel gaan; voortjagen; vuren
condenar berechten; vervolgen aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; laken; nadragen; verdoemen; verketteren; veroordelen; veroordelen tot de hel; vervloeken; verwensen; verwijten; vonnissen; voor de voeten gooien; voorhouden
continuar aanhouden; continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten aanhouden; doorgaan; doorrijden; doorwerken; doorzetten; een stapje verder gaan; standhouden; verdergaan; volharden; volhouden; voortbestaan; voortduren
enjuiciar berechten; vervolgen
pasar por berechten; vervolgen aankomen; beleven; bezoeken; doorgaan voor; doorheen reizen; doorleven; doormaken; doorreizen; doorstaan; een stapje verder gaan; erdoor gaan; ervaren; gewaarworden; heten; iemand opzoeken; inlopen; langsgaan; langskomen; moeten doorgaan voor; ondervinden; op bezoek komen; op visite gaan; opzoeken; reizen door; verdergaan; verdragen; verduren; verteren; voelen; voorbijkomen; voorbijlopen
perseguir berechten; gerechtelijk vervolgen; najagen; nastreven; trachten te verkrijgen; vervolgen achternazitten; achtervolgen; erdoor jagen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; nazitten; opschieten; reppen; snellen; spoeden; stressen; vliegen; volgen; zich haasten; zich spoeden
perseguir judicialmente berechten; gerechtelijk vervolgen; najagen; nastreven; trachten te verkrijgen; vervolgen
procesar berechten; gerechtelijk vervolgen; vervolgen een stapje verder gaan; verdergaan
prolongar continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortzetten duur verlengen; langer duren; prolongeren; verlengen
proseguir berechten; continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortzetten daarnaast doen; de draad weer oppakken; doorwerken; een stapje verder gaan; hernemen; hervatten; verder doen; verdergaan
seguir aanhouden; continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten achternagaan; achternalopen; bijhouden; doorwerken; een stapje verder gaan; gehoorzamen; gevolg geven aan; imiteren; komen na; luisteren; nabootsen; nadoen; nakomen; nalopen; navolgen; opvolgen; verdergaan; volgen
sentenciar berechten; vervolgen een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken; vonnis uitspreken; vonnissen
someter a juicio berechten; vervolgen
- continueren; doorgaan; voortzetten

Synoniemen voor "vervolgen":


Antoniemen van "vervolgen":


Verwante definities voor "vervolgen":

  1. hem voor de rechter laten komen1
    • deze man wordt vervolgd wegens diefstal1
  2. het blijven doen, verder gaan1
    • na de oorlog kon hij zijn studie vervolgen1
  3. hem achterna zitten om gevangen te nemen1
    • in de oorlog werden de joden vervolgd1

Wiktionary: vervolgen

vervolgen
verb
  1. een handeling voortzetten of de draad opnieuw opnemen
  2. niet rusten voor iemand bestraft of geweld aangedaan is

Cross Translation:
FromToVia
vervolgen perseguir persecute — to pursue in a manner to injure, grieve, or afflict
vervolgen perseguir verfolgen — jemandem hinterher fahren oder gehen, eventuell um ihn einzuholen; jemandem auf den Fersen sein
vervolgen continuar; durar; seguir continuerpoursuivre ce qui commencer.
vervolgen mantener maintenirtenir ferme et fixe.
vervolgen perseguir; acosar; acuciar; arrear; impeler poursuivresuivre quelqu’un avec application, avec ardeur, courir après quelqu’un dans le dessein de l’atteindre, de le prendre.
vervolgen continuar reconduireTraductions à trier suivant le sens.