Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. visitekaartje:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor visitekaartje (Nederlands) in het Spaans

visitekaartje:

visitekaartje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het visitekaartje (naamkaartje)
    la tarjeta de visita
  2. het visitekaartje

Vertaal Matrix voor visitekaartje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tarjeta de visita naamkaartje; visitekaartje
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
tarjeta de contacto visitekaartje

Verwante woorden van "visitekaartje":

  • visitekaartjes

Wiktionary: visitekaartje

visitekaartje
noun
  1. (oorspronkelijk) een kaartje met de naam van de bezoeker dat achtergelaten werd indien men niet thuis aangetroffen werd en dat als bezoek telde.

Cross Translation:
FromToVia
visitekaartje tarjeta de visita business card — a small card with a person’s name and professional information