Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. wil:
  2. willen:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor wil:
    • voluntad


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wil (Nederlands) in het Spaans

wil:

wil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de wil (laatste wens)
    la última voluntad

Vertaal Matrix voor wil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
última voluntad laatste wens; wil laatste wil; testament; uiterste wilsbeschikking

Verwante woorden van "wil":


Verwante definities voor "wil":

  1. vermogen om bewust iets te proberen te doen1
    • zij geeft het niet gauw op, ze heeft een sterke wil1

Wiktionary: wil

wil
noun
  1. de bereidheid of zin om iets te doen

Cross Translation:
FromToVia
wil querer; voluntad; decisión; intención Wille — ein alle Handlungen bestimmendes Streben
wil voluntad will — intent or volition
wil voluntad grévolonté, caprice, fantaisie.
wil voluntad volontéfaculté de vouloir, de se déterminer à quelque chose.

willen:

willen werkwoord (wil, wilt, wil/wilt, wilde, wilden, gewild)

  1. willen (wensen)
    querer; desear
  2. willen (moeten; believen)
    querer; tener que; haber de

Conjugations for willen:

o.t.t.
  1. wil
  2. wilt
  3. wil/wilt
  4. willen
  5. willen
  6. willen
o.v.t.
  1. wilde
  2. wilde
  3. wilde
  4. wilden
  5. wilden
  6. wilden
v.t.t.
  1. heb gewild
  2. hebt gewild
  3. heeft gewild
  4. hebben gewild
  5. hebben gewild
  6. hebben gewild
v.v.t.
  1. had gewild
  2. had gewild
  3. had gewild
  4. hadden gewild
  5. hadden gewild
  6. hadden gewild
o.t.t.t.
  1. zal willen
  2. zult willen
  3. zal willen
  4. zullen willen
  5. zullen willen
  6. zullen willen
o.v.t.t.
  1. zou willen
  2. zou willen
  3. zou willen
  4. zouden willen
  5. zouden willen
  6. zouden willen
diversen
  1. wil!
  2. wilt!
  3. gewild
  4. willend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor willen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desear wensen; willen begeren; hopen; op hopen zetten; spinzen; toewensen; uitkijken; uitzien; uitzien naar; van hoop vervuld zijn; verlangen
haber de believen; moeten; willen dienen; moeten; verplicht zijn; zullen
querer believen; moeten; wensen; willen begeren; beminnen; hopen; houden van; kwijnen; kwijnend verlangen; liefhebben; minnen; op hopen zetten; smachten; snakken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
tener que believen; moeten; willen behoeven; benodigen; dienen; hoeven; moeten; nodig hebben; verplicht zijn; zullen

Verwante woorden van "willen":


Verwante definities voor "willen":

  1. het bewust proberen te doen, het verlangen of wensen1
    • hij wil weer naar school gaan1
  2. werkwoord dat een mogelijkheid aangeeft1
    • het wil wel eens gebeuren dat de auto niet start1

Wiktionary: willen

willen
verb
  1. iets als verlangen hebben

Cross Translation:
FromToVia
willen pretender; intentar mean — to intend; plan on doing
willen querer; desear want — desire
willen desear wish — to hope for an outcome
willen querer; tener ganas vouloir — Avoir l’intention, la volonté de faire quelque chose, s’y déterminer. (Sens général)

Verwante vertalingen van wil