Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aangenaam (Nederlands) in het Frans

aangenaam:

aangenaam bijvoeglijk naamwoord

  1. aangenaam (prettig; leuk; plezierig; )
    chouette; amusant; agréable; drôle; sympa; aimable; de façon sympathique; marrant; charmant; agréablement; aimablement; engageant; divertissant; de manière amusante
  2. aangenaam (prettig; lekker; fijn)
    délicieux; plaisant; agréable; aimable; amusant; confortable; avenant; agréablement; intime; conciliant; positif; accommodant; sympathique; divertissant; intimement; familier; avec satisfaction; sociable; confortablement
  3. aangenaam (hoe maakt u het)
    comment allez-vous ?; enchanté
  4. aangenaam (plezierig)
    plaisant; plaisamment; intime; confortable; agréable; familier; agréablement; à l'aise; intimement; confortablement
  5. aangenaam (behaaglijk; knus)
    confortable; agréable; douillet; à l'aise; agréablement; confortablement
  6. aangenaam (comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk)
    confortable; agréable; facilement; commode; confortablement; plaisant; plaisamment; facile; agréablement; commodément
  7. aangenaam (goedaardig; vriendelijk; aardig; )
    sympathique; gentil; serviable; attentif; accueillant; aimable; sympa; convenable; gentiment; bon; agréable; sympathiquement; obligeant; aimablement; affable; amicalement; amical; honnête; brave; affablement; empressé; attentivement; prévenant; agréablement; charmant; attentionné; plein d'égards

Vertaal Matrix voor aangenaam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bon bon; coupon; tegoedbon; waardebon
chouette domkop; dommerik; domoor; mot; steenuil; stommeling; sufferd; sufferdje; uilskuiken; woletend insekt
commode commode; kabinetje; kast; kastje; ladekast; latafel
familier gast; habitué; stamgast; vaste klant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
facilement aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk eenvoudig; gedwee; gemakkelijk; in een handomdraai; licht; lichtwegend; makkelijk; meegaand; moeiteloos; niet moeilijk; onderworpen; op rolletjes; rap; simpel; snel; vanzelf; vlot; vlug; volgzaam; zonder moeite
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accommodant aangenaam; fijn; lekker; prettig bereidwillig; gedwee; gehoorzaam; genoeglijk; gewillig; handzaam; inschikkelijk; meegaand; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; welwillend
accueillant aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aardig; bevallig; charmant; leuk; lief; prettig; sympathiek
affable aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig bedaard; charmant; gelijkmoedig; genegenheid opwekkend; goedwillig; innemend; kalm; minzaam; rustig; welwillend
affablement aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig goedwillig; welwillend
agréable aangenaam; aardig; attent; behaaglijk; behulpzaam; comfortabel; fijn; gemakkelijk; geriefelijk; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; knus; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig eenvoudig; gemakkelijk; genoeglijk; geschikt; gezellig; heugelijk; heuglijk; huiselijk; knus; knusjes; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel; tof; verblijdend; welkom
agréablement aangenaam; aardig; attent; behaaglijk; behulpzaam; comfortabel; fijn; gemakkelijk; geriefelijk; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; knus; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig genoeglijk; geschikt; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; tof
aimable aangenaam; aardig; attent; behaaglijk; behulpzaam; fijn; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; alleraardigst; allerliefst; amicaal; attractief; bedaard; bekoorlijk; beminnelijk; bevallig; charmant; dottig; enig; gelijkmoedig; geschikt; hartelijk; kalm; kameraadschappelijk; knap; leuk; lief; minnelijk; mooi; op een aardige manier; prettig; rustig; schattig; snoeperig; snoezig; sympathiek; tof; vertederend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk
aimablement aangenaam; aardig; attent; behaaglijk; behulpzaam; fijn; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; leuk; plezant; plezierig; prettig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aardig; amicaal; bevallig; charmant; geschikt; hartelijk; kameraadschappelijk; leuk; lief; minnelijk; op een aardige manier; prettig; sympathiek; tof; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk
amical aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aardig; amicaal; bedaard; bevallig; charmant; collegiaal; gelijkmoedig; hartelijk; kalm; kameraadschappelijk; leuk; lief; minnelijk; op een aardige manier; prettig; rustig; sympathiek; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk
amicalement aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aardig; amicaal; bedaard; bevallig; charmant; gelijkmoedig; hartelijk; kalm; kameraadschappelijk; leuk; lief; minnelijk; op een aardige manier; prettig; rustig; sympathiek; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk
amusant aangenaam; behaaglijk; fijn; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig aardig; amusant; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; leuke; lief; lollig; olijk; onderhoudend; sympathiek; uiig; vermakelijk
attentif aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aandachtig; alert; attent; belangstellend; galant; geïnteresseerd; hoede; hoffelijk; oplettend; opmerkzaam; paraat; ridderlijk; voorkomend; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; zorgvuldig
attentionné aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aandachtig; alert; attent; belangstellend; dienstwillig; galant; gedienstig; geïnteresseerd; hoede; hoffelijk; paraat; ridderlijk; voorkomend; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
attentivement aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aandachtig; alert; belangstellend; geïnteresseerd; hoede; met een scherp oog; nauwlettend; oplettend; opmerkzaam; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; zorgvuldig
avec satisfaction aangenaam; fijn; lekker; prettig
avenant aangenaam; fijn; lekker; prettig aanspreekbaar; benaderbaar; bevallig; charmant; genaakbaar; genegenheid opwekkend; innemend; lief; minzaam; open; toegankelijk; toeschietelijk
bon aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aanlokkelijk; adequaat; akkoord; bekwaam; braaf; capabel; competent; eerlijk; gepast; geschikt; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; heerlijk; hemels; in orde; juist; kostelijk; lekker; mee eens; mild; overheerlijk; passend; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; reuzelekker; smakelijk; tof; verlokkend; verrukkelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig; zalig
brave aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig beslist; dapper; doortastend; ferm; gemoedelijk; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; heldhaftig; heroïsch; joviaal; kloek; kordaat; krachtdadig; krachtig; mild; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
charmant aangenaam; aardig; attent; behaaglijk; behulpzaam; fijn; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; leuk; plezant; plezierig; prettig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; dottig; elegant; enig; genegenheid opwekkend; gracieus; innemend; knap; lief; lieflijk; lieftallig; minzaam; mooi; oogstrelend; prettig; schattig; sierlijk; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; vertederend; verzoekend
chouette aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aardig; bevallig; dolletjes; enig; geestig; geinig; grappig; jofel; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lief; lollig; mooi; reuzeleuk; schoon; sympathiek; welgemaakt
comment allez-vous ? aangenaam; hoe maakt u het
commode aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk bruikbare; eenvoudig; gemakkelijk; gerieflijk; in een handomdraai; licht; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; nuttig; practisch; simpel; vanzelf; zonder moeite
commodément aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk eenvoudig; gemakkelijk; in een handomdraai; licht; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; nuttig; practisch; simpel; vanzelf; zonder moeite
conciliant aangenaam; fijn; lekker; prettig
confortable aangenaam; behaaglijk; comfortabel; fijn; gemakkelijk; geriefelijk; knus; lekker; plezierig; prettig behaaglijk; eenvoudig; gemakkelijk; genoeglijk; gerieflijk; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; licht; makkelijk; niet moeilijk; senang; simpel
confortablement aangenaam; behaaglijk; comfortabel; fijn; gemakkelijk; geriefelijk; knus; lekker; plezierig; prettig eenvoudig; gemakkelijk; genoeglijk; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel
convenable aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aanzienlijk; adequaat; behoorlijke; beschaafd; betamelijk; billijk; decent; deftig; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; elegant; fatsoenlijk; fier; gepast; gepaste; geschikt; geschikte; geëigend; goedschiks; hebbelijk; indrukwekkend; juist; keurig; majestueus; manierlijk; naar behoren; netjes; nobel; ordentelijk; parmant; parmantig; passend; passende; plechtig; plechtstatig; redelijk; redelijke; schappelijk; sierlijk; statig; tamelijke; tof; trots; voegzaam; vorstelijk; welgemanierd; welgevoeglijk; welopgevoed; welvoeglijk; zedig
de façon sympathique aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig geschikt; tof
de manière amusante aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig
divertissant aangenaam; behaaglijk; fijn; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig amusant; geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; onderhoudend; vermakelijk
douillet aangenaam; behaaglijk; knus angstig voor pijn; gezellig; huiselijk; kleinzerig; knus; knusjes
drôle aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aardig; apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; humoristische; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; leuke; lief; lollig; merkwaardig; olijk; ongewoon; potsierlijk; sympathiek; typisch; uiig; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
délicieux aangenaam; fijn; lekker; prettig goddelijk; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; mieters; overheerlijk; paradijselijk; reuzelekker; smakelijk; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
empressé aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend; willig
enchanté aangenaam; hoe maakt u het betoverd; blij; blijgestemd; blijmoedig; dartel; dolblij; gelukzalig; inblij; levendig; levenslustig; monter; ontzettend blij; opgetogen; opgewekt; tierig; verblijd; verheugd; verrukt; vrolijk; zalig; zielsgelukkig
engageant aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aangrijpend; charmant; emotioneel; genegenheid opwekkend; hartroerend; hartveroverend; innemend; minzaam; ontroerend; roerend
facile aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk eenvoudig; gedwee; gemakkelijk; grif; grifweg; in een handomdraai; licht; lichtwegend; makkelijk; meegaand; met gemak; moeiteloos; niet moeilijk; onderworpen; ongecompliceerd; simpel; vanzelf; vlot; volgzaam; zonder moeite
familier aangenaam; fijn; lekker; plezierig; prettig bekend; brutaal; familiair; gemeenzaam; genoeglijk; gezellig; huiselijk; in het voorbijgaan; informeel; knus; knusjes; losjes; makkelijk in de omgang; niet beschroomd; onbeschroomd; onderhoudend; sociabel; stoutmoedig; terloops; tutoyerend

Verwante woorden van "aangenaam":

  • aangenaamst, aangenaamste, aangename

Wiktionary: aangenaam

aangenaam
adjective
  1. een positief gevoel oproepend
aangenaam
adjective
  1. Qui procure un sentiment de légère gaieté, de bonheur ou encore de bien-être.
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
aangenaam amical; gentille; gentil; aimable; amicale friendly — characteristic of friendliness
aangenaam bonne; bon nice — having a pleasant taste or aroma
aangenaam agréable; plaisant pleasant — giving pleasure; pleasing in manner
aangenaam enchanté; enchantée pleased to meet you — polite formula used when the speaker is introduced to somebody

Verwante vertalingen van aangenaam