Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. aanranden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanranden (Nederlands) in het Frans

aanranden:

aanranden [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanranden
    l'agression; le viol
    • agression [la ~] zelfstandig naamwoord
    • viol [le ~] zelfstandig naamwoord

aanranden werkwoord (rand aan, randt aan, randde aan, randden aan, aangerand)

  1. aanranden (verkrachten)
    violer
    • violer werkwoord (viole, violes, violons, violez, )
  2. aanranden (vrouw aanranden)
    agresser une femme; attaquer; agresser
    • agresser une femme werkwoord
    • attaquer werkwoord (attaque, attaques, attaquons, attaquez, )
    • agresser werkwoord (agresse, agresses, agressons, agressez, )

Conjugations for aanranden:

o.t.t.
  1. rand aan
  2. randt aan
  3. randt aan
  4. randen aan
  5. randen aan
  6. randen aan
o.v.t.
  1. randde aan
  2. randde aan
  3. randde aan
  4. randden aan
  5. randden aan
  6. randden aan
v.t.t.
  1. heb aangerand
  2. hebt aangerand
  3. heeft aangerand
  4. hebben aangerand
  5. hebben aangerand
  6. hebben aangerand
v.v.t.
  1. had aangerand
  2. had aangerand
  3. had aangerand
  4. hadden aangerand
  5. hadden aangerand
  6. hadden aangerand
o.t.t.t.
  1. zal aanranden
  2. zult aanranden
  3. zal aanranden
  4. zullen aanranden
  5. zullen aanranden
  6. zullen aanranden
o.v.t.t.
  1. zou aanranden
  2. zou aanranden
  3. zou aanranden
  4. zouden aanranden
  5. zouden aanranden
  6. zouden aanranden
diversen
  1. rand aan!
  2. randt aan!
  3. aangerand
  4. aanrandende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aanranden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agression aanranden aanranding; agressie; verdragsschending
viol aanranden aanranding; verkrachting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agresser aanranden; vrouw aanranden aanvallen; attaqueren; belegeren; bestormen; onteren; ontwijden; overvallen
agresser une femme aanranden; vrouw aanranden
attaquer aanranden; vrouw aanranden aanpakken; aanvallen; aanvechten; attaqueren; belegeren; bestormen; bestrijden; betwisten; grijpen; onderhanden nemen; onteren; ontwijden; overvallen; toeslaan
violer aanranden; verkrachten handelen in strijd met; onteren; ontheiligen; ontwijden; schenden

Verwante definities voor "aanranden":

  1. met geweld dwingen tot lichamelijk contact1
    • een onbekende man heeft haar aangerand1

Wiktionary: aanranden

aanranden
Cross Translation:
FromToVia
aanranden attaquer assault — to attack, threaten or harass

Verwante vertalingen van aanranden