Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. afslaan:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afslaan (Nederlands) in het Frans

afslaan:

afslaan [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afslaan (afwijzen; weigeren)
    le rejet; le refus
    • rejet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • refus [le ~] zelfstandig naamwoord

afslaan werkwoord (sla af, slaat af, sloeg af, sloegen af, afgeslagen)

  1. afslaan (abstineren; onthouden; afwijzen; afwimpelen; bedanken)
    repousser; rejeter; refuser; s'abstenir; s'abstenir de
    • repousser werkwoord (repousse, repousses, repoussons, repoussez, )
    • rejeter werkwoord (rejette, rejettes, rejetons, rejetez, )
    • refuser werkwoord (refuse, refuses, refusons, refusez, )
    • s'abstenir werkwoord
    • s'abstenir de werkwoord

Conjugations for afslaan:

o.t.t.
  1. sla af
  2. slaat af
  3. slaat af
  4. slaan af
  5. slaan af
  6. slaan af
o.v.t.
  1. sloeg af
  2. sloeg af
  3. sloeg af
  4. sloegen af
  5. sloegen af
  6. sloegen af
v.t.t.
  1. heb afgeslagen
  2. hebt afgeslagen
  3. heeft afgeslagen
  4. hebben afgeslagen
  5. hebben afgeslagen
  6. hebben afgeslagen
v.v.t.
  1. had afgeslagen
  2. had afgeslagen
  3. had afgeslagen
  4. hadden afgeslagen
  5. hadden afgeslagen
  6. hadden afgeslagen
o.t.t.t.
  1. zal afslaan
  2. zult afslaan
  3. zal afslaan
  4. zullen afslaan
  5. zullen afslaan
  6. zullen afslaan
o.v.t.t.
  1. zou afslaan
  2. zou afslaan
  3. zou afslaan
  4. zouden afslaan
  5. zouden afslaan
  6. zouden afslaan
en verder
  1. ben afgeslagen
  2. bent afgeslagen
  3. is afgeslagen
  4. zijn afgeslagen
  5. zijn afgeslagen
  6. zijn afgeslagen
diversen
  1. sla af!
  2. slaat af!
  3. afgeslagen
  4. afslaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afslaan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
refus afslaan; afwijzen; weigeren afkeuring; afwijzing; blauwtje; ontzeggen; ontzegging; rejectie; terugwijzen; terugwijzing; verwerping; verworpenheid; weigering
rejet afslaan; afwijzen; weigeren afkeuring; afwijzing; afwimpelen; rejectie; terugwijzen; terugwijzing; verwerping; verworpenheid; weigering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
refuser abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden afkeuren; afschepen; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; laten passeren; terzijde schuiven; verbieden; veroordelen; versmaden; wegsturen; weigeren
rejeter abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden afketsen; afschepen; afschuiven; afstemmen; afweren; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; declineren; laten passeren; spruiten; teruggooien; terugwerpen; terugwijzen; uitschieten; uitschieten plantkunde; verdedigen; versmaden; verstoten; vertikken; verwaarlozen; verweren; verwerpen; wegcijferen; wegstemmen; wegsturen; weigeren; weren
repousser abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden afduwen; afhouden; afketsen; afkeuren; afnemen; afschepen; afschrikken; afstemmen; afweren; afwijzen; afwimpelen; afzonderen; bang maken; buitensluiten; ecarteren; evacueren; laten passeren; leegruimen; lichten; ontruimen; opduwen; opschorten; opschuiven; plaats maken; rekken; schuivend verplaatsen; terugdrijven; terugdringen; terughouden; terugwijzen; uitsluiten; uitstellen; verdedigen; verplaatsen; verschrikken; verschuiven; versmaden; verstoten; vertragen; vervreemden; verweren; verwerpen; verwijderen; verzetten; voor zich uitschuiven; wegbrengen; wegdoen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; weghalen; wegnemen; wegschuiven; wegstemmen; wegsturen; wegwerken; weren
s'abstenir abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden abstineren; vasten
s'abstenir de abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden abstineren; vasten; zich onthouden