Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bezetting:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bezetting (Nederlands) in het Frans

bezetting:

bezetting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bezetting
    l'occupation; l'appropriation; la prise de possession

Vertaal Matrix voor bezetting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appropriation bezetting inbezitname; inbezitneming; toe-eigening
occupation bezetting baan; beroep; bewoning; bezigheid; inbezitname; inbezitneming; loonarbeid; loonwerk; vak; werk; werkkring; werkplek
prise de possession bezetting aanvaarden; aanvaarding; inbezitname; inbezitneming; innerlijke aanvaarding

Wiktionary: bezetting

bezetting
noun
  1. toestand waarbij het grondgebied van een land wordt bestuurd door een ander land
bezetting
noun
  1. (histoire) Période de la Seconde Guerre mondiale durant laquelle l’Allemagne nazie a pris possession de plusieurs pays européens.
  2. nombre de membres d’un groupe de personnes.
  3. Action d’opprimer et état de ce qui est opprimé.
adjective
  1. rare|fr Qui concerne le siège d’une ville.

Cross Translation:
FromToVia
bezetting occupation occupation — control of a country or region by a hostile army
bezetting occupation BesatzungMilitär: Besetzung oder Okkupation eines fremden Gebietes