Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: budget

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: budget

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

budget:
- budget
Wiktionary:
- budget → budget
- budget → fonds, budget, capital

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

budget:
- budget; begroting; bestedingsruimte
Wiktionary:
- budget → begroting, budget
- budget → fonds, budget, begroting

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor budget (Nederlands) in het Frans

budget:

budget [het ~] zelfstandig naamwoord

het budget (begroting)
le budget
- budget [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor budget:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
budget	begroting; budget	begroting; bestedingsruimte

Verwante woorden van "budget":

budgetten, budgets

Wiktionary: budget

budget

noun

raming van inkomsten en uitgaven
- budget → budget

Cross Translation:

From	To	Via
• budget	→ fonds; budget; capital	↔ bankroll — The monetary assets of a person or organization.
• budget	→ budget	↔ budget — amount of money or resources
• budget	→ budget	↔ budget — itemized summary of intended expenditure
• budget	→ budget	↔ Budget — Plan über alle zukünftigen Einnahmen und Ausgaben

Frans

Uitgebreide vertaling voor budget (Frans) in het Nederlands

budget:

budget [le ~] zelfstandig naamwoord

le budget
het budget; de begroting
- budget [het ~] zelfstandig naamwoord
- begroting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le budget
de begroting
- begroting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le budget
het budget
- budget [het ~] zelfstandig naamwoord
le budget (solvabilité)
de bestedingsruimte
- bestedingsruimte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor budget:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
begroting	budget
bestedingsruimte	budget; solvabilité
budget	budget

Synoniemen voor "budget":

balance; compte; comptabilité; crédit; dépense; gain; recette; moyens; plan; prévision; rentrée; revenu; salaire

Wiktionary: budget

budget

noun

compta|fr prévision de dépenses et de recettes d’une administration pour une période donnée
- budget → begroting

budget

noun

raming van de te maken uitgaven voor de komende tijd
- begroting → budget
raming van inkomsten en uitgaven
- budget → budget

Cross Translation:

From	To	Via
• budget	→ fonds; budget	↔ bankroll — The monetary assets of a person or organization.
• budget	→ budget; begroting	↔ budget — amount of money or resources
• budget	→ budget; begroting	↔ budget — itemized summary of intended expenditure
• budget	→ budget; begroting	↔ Budget — Plan über alle zukünftigen Einnahmen und Ausgaben

Verwante vertalingen van budget