Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. cockpit:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cockpit:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cockpit (Nederlands) in het Frans

cockpit:

cockpit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de cockpit (stuurcabine; cabine)
    la cabine de pilotage; la cabine; le poste de pilotage; le cockpit
  2. de cockpit
    le cockpit
    • cockpit [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cockpit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cabine cabine; cockpit; stuurcabine badhokje; barak; bouwkeet; cabine; dierenverblijfplaats; hangaar; hok; hokje; hut; hutje; kajuit; kamertje; keet; kleedcabine; kleedhokje; kleedkamer; loods; pashokje; paskamer; spreekcel; telefooncel
cabine de pilotage cabine; cockpit; stuurcabine cabine; kamertje; stuurhuis; stuurhut
cockpit cabine; cockpit; stuurcabine
poste de pilotage cabine; cockpit; stuurcabine

Verwante woorden van "cockpit":

  • cockpits

Wiktionary: cockpit

cockpit
noun
  1. marine|fr Petite chambre à coucher, à bord d’un bateau ou d'un aéronat.



Frans

Uitgebreide vertaling voor cockpit (Frans) in het Nederlands

cockpit:

cockpit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le cockpit (cabine de pilotage; cabine; poste de pilotage)
    de cockpit; de stuurcabine; de cabine
    • cockpit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stuurcabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • cabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. le cockpit
    de cockpit
    • cockpit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cockpit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cabine cabine; cabine de pilotage; cockpit; poste de pilotage cabine; cabine d'essayage; cabine d'un bateau; cabine de pilotage; cabine téléphonique; cabinet
cockpit cabine; cabine de pilotage; cockpit; poste de pilotage
stuurcabine cabine; cabine de pilotage; cockpit; poste de pilotage

Synoniemen voor "cockpit":


Wiktionary: cockpit

cockpit
noun
  1. de cockpit van een vliegtuig