Gat: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

gat:
- trou; brèche; ouverture; trouée; hameau; trou de balle; derrière; fesses; anus; crevasse; encoche; fuite d'eau
Wiktionary:
- gat → trou, yeux, creux, derrière
- gat → trou du cul, cul, trou, creux, faille, bled

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gat (Nederlands) in het Frans

het gat (bres; opening)
le trou; la brèche; l'ouverture; la trouée
- trou [le ~] zelfstandig naamwoord
- brèche [la ~] zelfstandig naamwoord
- ouverture [la ~] zelfstandig naamwoord
- trouée [la ~] zelfstandig naamwoord
het gat (gehucht; buurtschap)
l'hameau
- hameau [le ~] zelfstandig naamwoord
het gat (anus; aars)
le trou de balle; le derrière; la fesses; l'anus
- trou de balle [le ~] zelfstandig naamwoord
- derrière [le ~] zelfstandig naamwoord
- fesses [la ~] zelfstandig naamwoord
- anus [le ~] zelfstandig naamwoord
het gat (inkeping; kloof; reet; uitsparing; opening; scheur; split; barst; groef)
la crevasse; l'encoche
- crevasse [la ~] zelfstandig naamwoord
- encoche [la ~] zelfstandig naamwoord
het gat (waterlek; gaatje; lek)
la fuite d'eau
- fuite d'eau [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anus	aars; anus; gat
brèche	bres; gat; opening	deuropening; opening
crevasse	barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing	barst; bergkloof; bergkloven; bergspleet; breuk; gleuf; kier; kloof; kloven; krak; opening; rotskloof; rotsspleet; scheur; sleuf; spleet; spleten; tussenruimte; uitsparing
derrière	aars; anus; gat	achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk
encoche	barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing	inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; snede; snee; soort vink
fesses	aars; anus; gat
fuite d'eau	gaatje; gat; lek; waterlek
hameau	buurtschap; gat; gehucht
ouverture	bres; gat; opening	aanvang; begin; brandpuntsverhouding; f-getal; inzet; lek; lekken; ontsluiten; ontsluiting; opendoen; openduwen; opening; openlegging; openmaken; openstelling; openstoten; ouverture; start
trou	bres; gat; opening	kuil; lek; lekken; luchtbuis; luchtgat; luchtkanaal; luchtkoker; oog orgaan; oogje; steenkuilen; tussenuur; uithoek; uitholling; ventilatiekanaal; vrije uur
trou de balle	aars; anus; gat	kogelgat
trouée	bres; gat; opening	doorkijkje
-	opening
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
derrière		aansluitend; achter; achteraan; achterop; daarachter; daarna; daarop; erachter; hierachter

gat

noun

gat

noun

cavité, concavité, trou.
- creux → gat; hol; holte; kuil; put
Ouverture au travers d’un corps
- trou → gat
Lieu dont on veut indiquer la petitesse d’une manière exagérée
- trou → gat
Cachot où sont détenus les prisonniers punis d'infractions aux règles
- trou → gat

Cross Translation:

From	To	Via
• gat	→ trou du cul	↔ arsehole — anus
• gat	→ cul	↔ bum — informal: buttocks or anus
• gat	→ trou; creux	↔ hole — hollow in some surface
• gat	→ trou	↔ hole — opening in a solid
• gat	→ faille	↔ hole — security vulnerability
• gat	→ trou; bled	↔ Kaff — umgangssprachlich, abwertend: kleine, abgelegene, unbedeutende Ortschaft
• gat	→ trou	↔ Loch — im Boden, in Bäumen oder Ähnlichem befindlicher Hohlraum oder Senke
• gat	→ trou	↔ Loch — Stelle in einer homogenen Masse, an der Substanz fehlt