Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inschuiven (Nederlands) in het Frans

inschuiven:

inschuiven werkwoord (schuif in, schuift in, schoof in, schoven in, ingeschoven)

  1. inschuiven (naar elkaar toe schuiven)
    approcher; se glisser dans; rapprocher; remettre en place; pousser dans; faire couler dans; rapprocher ou remettre en faisant couler
    • approcher werkwoord (approche, approches, approchons, approchez, )
    • se glisser dans werkwoord
    • rapprocher werkwoord (rapproche, rapproches, rapprochons, rapprochez, )
    • remettre en place werkwoord
    • pousser dans werkwoord
    • faire couler dans werkwoord

Conjugations for inschuiven:

o.t.t.
  1. schuif in
  2. schuift in
  3. schuift in
  4. schuiven in
  5. schuiven in
  6. schuiven in
o.v.t.
  1. schoof in
  2. schoof in
  3. schoof in
  4. schoven in
  5. schoven in
  6. schoven in
v.t.t.
  1. ben ingeschoven
  2. bent ingeschoven
  3. is ingeschoven
  4. zijn ingeschoven
  5. zijn ingeschoven
  6. zijn ingeschoven
v.v.t.
  1. was ingeschoven
  2. was ingeschoven
  3. was ingeschoven
  4. waren ingeschoven
  5. waren ingeschoven
  6. waren ingeschoven
o.t.t.t.
  1. zal inschuiven
  2. zult inschuiven
  3. zal inschuiven
  4. zullen inschuiven
  5. zullen inschuiven
  6. zullen inschuiven
o.v.t.t.
  1. zou inschuiven
  2. zou inschuiven
  3. zou inschuiven
  4. zouden inschuiven
  5. zouden inschuiven
  6. zouden inschuiven
en verder
  1. heb ingeschoven
  2. hebt ingeschoven
  3. heeft ingeschoven
  4. hebben ingeschoven
  5. hebben ingeschoven
  6. hebben ingeschoven
diversen
  1. schuif in!
  2. schuift in!
  3. ingeschoven
  4. inschuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inschuiven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
approcher inschuiven; naar elkaar toe schuiven aanstaande zijn; benaderen; dichtbijkomen; in aantocht zijn; naderen; ophanden zijn; tegemoetkomen; toenaderen; zich aandienen; zich voordoen
faire couler dans inschuiven; naar elkaar toe schuiven in laten stromen; laten stromen in
pousser dans inschuiven; naar elkaar toe schuiven indrukken; induwen; injagen; inpassen; passen in
rapprocher inschuiven; naar elkaar toe schuiven afstemmen
rapprocher ou remettre en faisant couler inschuiven; naar elkaar toe schuiven
remettre en place inschuiven; naar elkaar toe schuiven achteruitzetten; aflossen; degraderen; in rang verlagen; remplaceren; terugleggen; terugplaatsen; terugzetten; vernieuwen; vervangen; verwisselen
se glisser dans inschuiven; naar elkaar toe schuiven insluipen; ongemerkt binnendringen