Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kwijtraken:
  2. kwijt raken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kwijtraken (Nederlands) in het Frans

kwijtraken:

kwijtraken werkwoord (raak kwijt, raakt kwijt, raakte kwijt, raakten kwijt, kwijt geraakt)

  1. kwijtraken (verloren gaan; verliezen; wegraken; erbij inschieten)
    perdre; se perdre; manquer; s'égarer
    • perdre werkwoord (perds, perd, perdons, perdez, )
    • se perdre werkwoord
    • manquer werkwoord (manque, manques, manquons, manquez, )
    • s'égarer werkwoord

Conjugations for kwijtraken:

o.t.t.
  1. raak kwijt
  2. raakt kwijt
  3. raakt kwijt
  4. raken kwijt
  5. raken kwijt
  6. raken kwijt
o.v.t.
  1. raakte kwijt
  2. raakte kwijt
  3. raakte kwijt
  4. raakten kwijt
  5. raakten kwijt
  6. raakten kwijt
v.t.t.
  1. ben kwijt geraakt
  2. bent kwijt geraakt
  3. is kwijt geraakt
  4. zijn kwijt geraakt
  5. zijn kwijt geraakt
  6. zijn kwijt geraakt
v.v.t.
  1. was kwijt geraakt
  2. was kwijt geraakt
  3. was kwijt geraakt
  4. waren kwijt geraakt
  5. waren kwijt geraakt
  6. waren kwijt geraakt
o.t.t.t.
  1. zal kwijtraken
  2. zult kwijtraken
  3. zal kwijtraken
  4. zullen kwijtraken
  5. zullen kwijtraken
  6. zullen kwijtraken
o.v.t.t.
  1. zou kwijtraken
  2. zou kwijtraken
  3. zou kwijtraken
  4. zouden kwijtraken
  5. zouden kwijtraken
  6. zouden kwijtraken
diversen
  1. raak kwijt!
  2. raakt kwijt!
  3. kwijt geraakt
  4. kwijtrakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kwijtraken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manquer erbij inschieten; kwijtraken; verliezen; verloren gaan; wegraken afgaan; afwezig zijn; falen; floppen; gebrek hebben; in de puree lopen; knellen; mankeren; misgaan; mislopen; mislukken; missen; ontberen; ontbreken; over het hoofd zien; strak zitten; stranden; verkeerd lopen; vermissen; verzaken; verzuimen
perdre erbij inschieten; kwijtraken; verliezen; verloren gaan; wegraken afraken van; floepen; glippen; inzetten; kwijt raken; missen; onderspit delven; verbeuren; vergokken; vergooien; verliezen; vermissen; verspelen; verwedden; wedden; wegglippen; wegmaken; zoek maken; zoek raken; zoekmaken; zoekraken
s'égarer erbij inschieten; kwijtraken; verliezen; verloren gaan; wegraken de weg kwijtraken; dwalen; gedachteloos zijn; het spoor bijster raken; ontsporen; suffen; teloorgaan; verdwaald zijn; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen; verloren gaan; zoek raken
se perdre erbij inschieten; kwijtraken; verliezen; verloren gaan; wegraken de weg kwijtraken; derailleren; ontsporen; spoor bijster raken; teloorgaan; uit het spoor raken; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen; verloren gaan; zoekraken

Wiktionary: kwijtraken

kwijtraken
verb
  1. niet meer weten waar iets is
kwijtraken

kwijt raken:

kwijt raken werkwoord (raak kwijt, raakt kwijt, raakte kwijt, raakten kwijt, kwijt geraakt)

  1. kwijt raken (verliezen)
    perdre
    • perdre werkwoord (perds, perd, perdons, perdez, )

Conjugations for kwijt raken:

o.t.t.
  1. raak kwijt
  2. raakt kwijt
  3. raakt kwijt
  4. raken kwijt
  5. raken kwijt
  6. raken kwijt
o.v.t.
  1. raakte kwijt
  2. raakte kwijt
  3. raakte kwijt
  4. raakten kwijt
  5. raakten kwijt
  6. raakten kwijt
v.t.t.
  1. ben kwijt geraakt
  2. bent kwijt geraakt
  3. is kwijt geraakt
  4. zijn kwijt geraakt
  5. zijn kwijt geraakt
  6. zijn kwijt geraakt
v.v.t.
  1. was kwijt geraakt
  2. was kwijt geraakt
  3. was kwijt geraakt
  4. waren kwijt geraakt
  5. waren kwijt geraakt
  6. waren kwijt geraakt
o.t.t.t.
  1. zal kwijt raken
  2. zult kwijt raken
  3. zal kwijt raken
  4. zullen kwijt raken
  5. zullen kwijt raken
  6. zullen kwijt raken
o.v.t.t.
  1. zou kwijt raken
  2. zou kwijt raken
  3. zou kwijt raken
  4. zouden kwijt raken
  5. zouden kwijt raken
  6. zouden kwijt raken
diversen
  1. raak kwijt!
  2. raakt kwijt!
  3. kwijt geraakt
  4. kwijt rakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kwijt raken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perdre kwijt raken; verliezen afraken van; erbij inschieten; floepen; glippen; inzetten; kwijtraken; missen; onderspit delven; verbeuren; vergokken; vergooien; verliezen; verloren gaan; vermissen; verspelen; verwedden; wedden; wegglippen; wegmaken; wegraken; zoek maken; zoek raken; zoekmaken; zoekraken

Wiktionary: kwijt raken


Cross Translation:
FromToVia
kwijt raken débarrasser; défaire get rid of — to remove

Verwante vertalingen van kwijtraken