Nederlands

Uitgebreide vertaling voor neuken (Nederlands) in het Frans

neuken:

neuken werkwoord ! (neuk, neukt, neukte, neukten, geneukt)

  1. neuken (geslachtsgemeenschap hebben; vozen)
    baiser; grimper; avoir des rapports sexuelles; sauter; s'accoupler
    • baiser werkwoord (baise, baises, baisons, baisez, )
    • grimper werkwoord (grimpe, grimpes, grimpons, grimpez, )
    • sauter werkwoord (saute, sautes, sautons, sautez, )
    • s'accoupler werkwoord
  2. neuken (sexuele gemeenschap hebben; vrijen; paren)

Conjugations for neuken:

o.t.t.
  1. neuk
  2. neukt
  3. neukt
  4. neuken
  5. neuken
  6. neuken
o.v.t.
  1. neukte
  2. neukte
  3. neukte
  4. neukten
  5. neukten
  6. neukten
v.t.t.
  1. heb geneukt
  2. hebt geneukt
  3. heeft geneukt
  4. hebben geneukt
  5. hebben geneukt
  6. hebben geneukt
v.v.t.
  1. had geneukt
  2. had geneukt
  3. had geneukt
  4. hadden geneukt
  5. hadden geneukt
  6. hadden geneukt
o.t.t.t.
  1. zal neuken
  2. zult neuken
  3. zal neuken
  4. zullen neuken
  5. zullen neuken
  6. zullen neuken
o.v.t.t.
  1. zou neuken
  2. zou neuken
  3. zou neuken
  4. zouden neuken
  5. zouden neuken
  6. zouden neuken
en verder
  1. ben geneukt
  2. bent geneukt
  3. is geneukt
  4. zijn geneukt
  5. zijn geneukt
  6. zijn geneukt
diversen
  1. neuk!
  2. neukt!
  3. geneukt
  4. neukend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

neuken [znw.] zelfstandig naamwoord !

  1. neuken
    la baise
    • baise [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor neuken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baise neuken
baiser kushand; kushandje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir des rapports sexuelles geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen
baiser geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen
faire l'amour neuken; paren; sexuele gemeenschap hebben; vrijen beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen
grimper geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen beklimmen; inklimmen; klauteren; klimmen; omhoog gaan; omhoogklimmen; omhoogrijzen; omhoogstijgen; opklauteren; opklimmen; oprijzen; rijzen; stijgen
s'accoupler geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen
sauter geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen een sprongetje maken; kastanjes poffen; kletteren; over iets springen; overslaan; poffen; rammelen; springen; uiteenspatten
- poepen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
sauter laten exploderen; opblazen

Wiktionary: neuken

neuken
verb
  1. geslachtsgemeenschap hebben
neuken
verb
  1. Avoir des relations sexuelles.
  2. Coïter, faire l'amour
  3. Posséder charnellement

Cross Translation:
FromToVia
neuken baiser cock — to copulate (with)
neuken foutre; enconner; niquer; fourrer; baiser fuck — to have sexual intercourse-obscene or vulgar
neuken enculer fuck — to insert an object into a specified body part
neuken fourrer; emmancher root — coarse slang: have sexual intercourse
neuken coucher; baiser; fourrer; foutre; niquer screw — to have sexual intercourse with
neuken baiser; enfiler; foutre; niquer; miser; tringler; botter; fourrer; fucker; foquer; mettre; planter; pluger; pluguer; ploguer; pogner; poigner; scorer; sauter; zigonner fickenvulgär, transitiv, intransitiv: den Geschlechtsakt vollziehen, koitieren