Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. oriënteren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oriënteren (Nederlands) in het Frans

oriënteren:

oriënteren werkwoord (oriënteer, oriënteert, oriënteerde, oriënteerden, georiënteerd)

  1. oriënteren
    orienter; s'orienter

Conjugations for oriënteren:

o.t.t.
  1. oriënteer
  2. oriënteert
  3. oriënteert
  4. oriënteren
  5. oriënteren
  6. oriënteren
o.v.t.
  1. oriënteerde
  2. oriënteerde
  3. oriënteerde
  4. oriënteerden
  5. oriënteerden
  6. oriënteerden
v.t.t.
  1. heb georiënteerd
  2. hebt georiënteerd
  3. heeft georiënteerd
  4. hebben georiënteerd
  5. hebben georiënteerd
  6. hebben georiënteerd
v.v.t.
  1. had georiënteerd
  2. had georiënteerd
  3. had georiënteerd
  4. hadden georiënteerd
  5. hadden georiënteerd
  6. hadden georiënteerd
o.t.t.t.
  1. zal oriënteren
  2. zult oriënteren
  3. zal oriënteren
  4. zullen oriënteren
  5. zullen oriënteren
  6. zullen oriënteren
o.v.t.t.
  1. zou oriënteren
  2. zou oriënteren
  3. zou oriënteren
  4. zouden oriënteren
  5. zouden oriënteren
  6. zouden oriënteren
en verder
  1. ben georiënteerd
  2. bent georiënteerd
  3. is georiënteerd
  4. zijn georiënteerd
  5. zijn georiënteerd
  6. zijn georiënteerd
diversen
  1. oriënteer!
  2. oriënteert!
  3. georiënteerd
  4. oriënterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor oriënteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
orienter oriënteren
s'orienter oriënteren zich oriënteren

Wiktionary: oriënteren

oriënteren
verb
  1. richten
oriënteren
verb
  1. disposer une chose selon la situation qu’elle doit avoir par rapport à l’orient, aux points cardinal.

Cross Translation:
FromToVia
oriënteren orienter orient — to familiarize with a situation or circumstance

Verwante vertalingen van oriënteren