Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. overgaan:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overgaan (Nederlands) in het Frans

overgaan:

overgaan werkwoord (ga over, gaat over, ging over, gingen over, overgegaan)

  1. overgaan
    passer sur; traverser
    • passer sur werkwoord
    • traverser werkwoord (traverse, traverses, traversons, traversez, )
  2. overgaan (bellen)
    la sonnerie; faire sonner

Conjugations for overgaan:

o.t.t.
  1. ga over
  2. gaat over
  3. gaat over
  4. gaan over
  5. gaan over
  6. gaan over
o.v.t.
  1. ging over
  2. ging over
  3. ging over
  4. gingen over
  5. gingen over
  6. gingen over
v.t.t.
  1. ben overgegaan
  2. bent overgegaan
  3. is overgegaan
  4. zijn overgegaan
  5. zijn overgegaan
  6. zijn overgegaan
v.v.t.
  1. was overgegaan
  2. was overgegaan
  3. was overgegaan
  4. waren overgegaan
  5. waren overgegaan
  6. waren overgegaan
o.t.t.t.
  1. zal overgaan
  2. zult overgaan
  3. zal overgaan
  4. zullen overgaan
  5. zullen overgaan
  6. zullen overgaan
o.v.t.t.
  1. zou overgaan
  2. zou overgaan
  3. zou overgaan
  4. zouden overgaan
  5. zouden overgaan
  6. zouden overgaan
diversen
  1. ga over!
  2. gaat over!
  3. overgegaan
  4. overgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overgaan

  1. overgaan
    la sonnerie

Vertaal Matrix voor overgaan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sonnerie bellen; overgaan bel; bellen; belsignaal; beltoon; carillon; einder; gebeier; gelui; gerinkel; gezichtseinder; horizon; kim; klokgelui; klokje; klokkenspel; klokslag; opbellen; polshorloge; schel; trompetsignaal; wekker; wektoestel; zakhorloge; zakuurwerk
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire sonner bellen; overgaan
passer sur overgaan
traverser overgaan doorheen reizen; doorkomen; doorleven; doormaken; doorreizen; doorstaan; doorvaren; doorvliegen; dwars oversteken; opkruisen; oplaveren; oversteken; reizen; reizen door; rondreizen; trekken; verdragen; verduren; verteren; zwerven
- verdwijnen

Synoniemen voor "overgaan":


Antoniemen van "overgaan":


Verwante definities voor "overgaan":

  1. naar de andere kant gaan1
    • we gaan de grens over1
  2. naar een hogere klas gaan1
    • ga je over in juli?1
  3. rinkelen1
    • de telefoon gaat drie keer over1
  4. van de ene toestand in de andere veranderen1
    • langzaam gaat het water over in ijs1
  5. iets anders gaan gebruiken1
    • we gaan over op aardgas1
  6. voorbij gaan1
    • die pijn gaat wel weer over1


Verwante vertalingen van overgaan