Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. overkapping:
  2. Wiktionary:
    • overkapping → toit


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overkapping (Nederlands) in het Frans

overkapping:

overkapping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de overkapping (dak; overdekking; afdekkap; koepel; kap)
    le toit; la capote; la couverture; la toiture; le dôme; la coupole; le recouvrement; le couvercle
    • toit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • capote [la ~] zelfstandig naamwoord
    • couverture [la ~] zelfstandig naamwoord
    • toiture [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dôme [le ~] zelfstandig naamwoord
    • coupole [la ~] zelfstandig naamwoord
    • recouvrement [le ~] zelfstandig naamwoord
    • couvercle [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor overkapping:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
capote afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping kapothoed
coupole afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping gewelf; koepel; koepelgewelf; plafond; topgewelf
couvercle afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping deksel; lid
couverture afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping beddedeken; beddensprei; bedekking; boekomslag; dakbedekking; dakdekken; dek; dekblad; deken; dekken; dekking; dekkleed; dekmantel; façade; kaft; masker; omslag; overdekking; overtrek; schijn; schutblad; sprei; voorkomen
dôme afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping dom; domkerk; geschutkoepel; kathedraal; koepel; koepeldak; topgewelf
recouvrement afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping incassering; incasso; innen; inning; invordering; schuldvordering; trap uitvoeren; vordering
toit afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping
toiture afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping dakbedekking; dakdekken; dekken; huif

Verwante woorden van "overkapping":


Wiktionary: overkapping

overkapping
noun
  1. Couverture d’un immeuble (1):