Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. overschrijven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overschrijven (Nederlands) in het Frans

overschrijven:

overschrijven werkwoord (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)

  1. overschrijven (geld overmaken; overboeken; overzenden)
    verser; envoyer; virer; transcrire; expédier; transférer de l'argent
    • verser werkwoord (verse, verses, versons, versez, )
    • envoyer werkwoord (envoie, envoies, envoyons, envoyez, )
    • virer werkwoord (vire, vires, virons, virez, )
    • transcrire werkwoord (transcris, transcrit, transcrivons, transcrivez, )
    • expédier werkwoord (expédie, expédies, expédions, expédiez, )
  2. overschrijven (kopiëren)
    copier
    • copier werkwoord (copie, copies, copions, copiez, )
  3. overschrijven
    écraser; substituer
    • écraser werkwoord (écrase, écrases, écrasons, écrasez, )
    • substituer werkwoord (substitue, substitues, substituons, substituez, )
  4. overschrijven
    refrapper
  5. overschrijven
    remplacer
    • remplacer werkwoord (remplace, remplaces, remplaçons, remplacez, )

Conjugations for overschrijven:

o.t.t.
  1. overschrijf
  2. overschrijft
  3. overschrijft
  4. overschrijven
  5. overschrijven
  6. overschrijven
o.v.t.
  1. overschreef
  2. overschreef
  3. overschreef
  4. overschreven
  5. overschreven
  6. overschreven
v.t.t.
  1. heb overschreven
  2. hebt overschreven
  3. heeft overschreven
  4. hebben overschreven
  5. hebben overschreven
  6. hebben overschreven
v.v.t.
  1. had overschreven
  2. had overschreven
  3. had overschreven
  4. hadden overschreven
  5. hadden overschreven
  6. hadden overschreven
o.t.t.t.
  1. zal overschrijven
  2. zult overschrijven
  3. zal overschrijven
  4. zullen overschrijven
  5. zullen overschrijven
  6. zullen overschrijven
o.v.t.t.
  1. zou overschrijven
  2. zou overschrijven
  3. zou overschrijven
  4. zouden overschrijven
  5. zouden overschrijven
  6. zouden overschrijven
en verder
  1. ben overschreven
  2. bent overschreven
  3. is overschreven
  4. zijn overschreven
  5. zijn overschreven
  6. zijn overschreven
diversen
  1. overschrijf!
  2. overschrijft!
  3. overschreven
  4. overschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overschrijven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. overschrijven (spieken; overkalken; afkijken)
    le fait de tricher; le copiage

Vertaal Matrix voor overschrijven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copiage afkijken; overkalken; overschrijven; spieken
fait de tricher afkijken; overkalken; overschrijven; spieken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copier kopiëren; overschrijven afkijken; dupliceren; falsificeren; fotokopiëren; imiteren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; met pen overtekenen; multipliceren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; overtrekken; reproduceren; spieken; vervalsen
envoyer geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden aanvangen; beginnen; insturen; introduceren; inzenden; kennis laten maken; opsturen; posten; rondsturen; starten; sturen; toesturen; toezenden; van start gaan; versturen; verwijzen naar; verzenden; voorstellen; wegsturen; wegzenden; zenden
expédier geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden afmarcheren; laten inrukken; opsturen; posten; sturen; toezenden; versturen; verwijzen naar; verzenden; wegsturen; wegzenden; zenden
refrapper overschrijven
remplacer overschrijven aflossen; inspringen; invallen; invallen voor iemand; negeren; remplaceren; vernieuwen; vervangen; verwisselen
substituer overschrijven door elkaar schudden; husselen; hutselen; inruilen; inwisselen; omruilen; omwisselen; ruilen; verruilen; verwisselen; wisselen
transcrire geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden deponeren; storten; uitschrijven
transférer de l'argent geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden
verser geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden bijstorten; binnen gieten; cadeau doen; cadeau geven; deponeren; distribueren; doneren; geven; gieten; gieten op; iemand iets toedienen; ingeven; ledigen; leegdrinken; leeggieten; leegmaken; op rekening storten; opdrinken; opgieten; overgieten; overschenken; overstorten; ronddelen; schenken; storten; uitdrinken; uitgieten; uitkeren; uitreiken; uitschenken; uitstorten; verdelen; vergieten; verstrekken
virer geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden deponeren; draaien; gijpen; gireren; heen en weer zwaaien; keren; omslaan van het zeil voor de wind; per postgiro betalen; slingeren; storten; wenden; zwaaien; zwenken
écraser overschrijven aan stukken slaan; bedwingen; beteugelen; breken; doen neerstorten; fijn maken; fijndrukken; fijnmaken; fijnmalen; fijnstampen; in bedwang houden; in stukken breken; inslaan; kapotbreken; kapotdrukken; kapotgooien; kapotslaan; malen; neerstorten; omverrijden; onderdrukken; overheen rijden; overrijden; platdrukken; platlopen; platmaken; platstampen; platwalsen; pletten; stampen; stukgooien; stukslaan; terughouden; verbrijzelen; vergruizen; vermalen; vermorzelen; verpletteren

Synoniemen voor "overschrijven":


Verwante definities voor "overschrijven":

  1. overmaken naar een andere rekening1
    • de giro heeft het bedrag overgeschreven1
  2. het precies zo opschrijven als ergens anders1
    • hij schrijft dit gedicht over1

Wiktionary: overschrijven

overschrijven
  1. -
verb
  1. Enregistrer un contenu en supprimant le contenu antérieur