Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. paardrijden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor paardrijden (Nederlands) in het Frans

paardrijden:

paardrijden werkwoord (rijd paard, rijdt paard, reed paard, reden paard, paard gereden)

  1. paardrijden
  2. paardrijden
    faire du cheval; rouler sur; parcourir en voiture; monter; faire de l'équitation

Conjugations for paardrijden:

o.t.t.
  1. rijd paard
  2. rijdt paard
  3. rijdt paard
  4. rijden paard
  5. rijden paard
  6. rijden paard
o.v.t.
  1. reed paard
  2. reed paard
  3. reed paard
  4. reden paard
  5. reden paard
  6. reden paard
v.t.t.
  1. heb paard gereden
  2. hebt paard gereden
  3. heeft paard gereden
  4. hebben paard gereden
  5. hebben paard gereden
  6. hebben paard gereden
v.v.t.
  1. had paard gereden
  2. had paard gereden
  3. had paard gereden
  4. hadden paard gereden
  5. hadden paard gereden
  6. hadden paard gereden
o.t.t.t.
  1. zal paardrijden
  2. zult paardrijden
  3. zal paardrijden
  4. zullen paardrijden
  5. zullen paardrijden
  6. zullen paardrijden
o.v.t.t.
  1. zou paardrijden
  2. zou paardrijden
  3. zou paardrijden
  4. zouden paardrijden
  5. zouden paardrijden
  6. zouden paardrijden
diversen
  1. rijd paard!
  2. rijdt paard!
  3. paard gereden
  4. paardrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor paardrijden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
monter klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire de l'équitation paardrijden berijden
faire du cheval paardrijden berijden
monter paardrijden assembleren; beklimmen; bestijgen; bevorderd worden; ensceneren; gaan staan; heffen; hogerop komen; in elkaar zetten; in scene zetten; jezelf opwerken; klimmen; koppelen; lichten; monteren; naar boven brengen; naar boven dragen; naar boven gaan; naar boven klimmen; naar boven stappen; naar boven tillen; naar boven trekken; omhoog brengen; omhoog gaan; omhoog rukken; omhoog trekken; omhoogdragen; omhooggaan; omhoogheffen; omhoogklimmen; omhoogkomen; omhooglopen; omhoogrijzen; omhoogrukken; omhoogstappen; omhoogstijgen; opgaan; opheffen; opklauteren; opklimmen; oprijden; oprijzen; opstaan; opstijgen; optillen; opvliegen; opwaarts dragen; opwaarts gaan; opwaarts rijden; opwerken; rijzen; stijgen; tillen; uit een minder gunstige positie vooruitkomen; verheffen; vooruitkomen; zich opwerken
parcourir en voiture paardrijden
rouler sur paardrijden

Wiktionary: paardrijden

paardrijden
verb
  1. zich, zittend op de rug van een paard, verplaatsen

Cross Translation:
FromToVia
paardrijden aller à cheval reiten — (intransitiv) Hilfsverb „sein“, seltener „haben“: sich auf dem Rücken eines Reittieres (besonders eines Pferdes) befinden und sich mit dessen Hilfe fortbewegen