Privé: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

Privé:
- masqué; Privé
privé:
- privé; personnel; en privé; personnellement
Wiktionary:
- privé → privé
- privé → privé, privée, unique, exclusif

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

Privé:
- Privé
priver:
- ontnemen; depriveren; te kort doen; beroven van
privé:
- privé; besloten; particulier; eigen; verstoken
Wiktionary:
- privé → privé
- privé → bordeel, gesloten, privaat, privé, besloten, uniek, exclusief
- priver → ontnemen
- privée → privaat, privé, besloten
Gebruikers suggesties voor privé:
- privaat

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor privé (Nederlands) in het Frans

Privé:

Privé bijvoeglijk naamwoord

Privé
masqué; Privé
- masqué bijvoeglijk naamwoord
- Privé bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor Privé:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Privé	Privé
masqué	Privé	bedekt; gemaskerd; in vermomming; incognito; verbloemd; verborgen; verholen; verkapt; versluierd

privé:

privé bijvoeglijk naamwoord

privé (besloten)
privé; personnel; en privé; personnellement
- privé bijvoeglijk naamwoord
- personnel bijvoeglijk naamwoord
- en privé bijvoeglijk naamwoord
- personnellement bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor privé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
personnel		bediening; besturing; employees; personeel; staf; werknemers
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
privé	besloten; privé	eigen; particulier; verstoken
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
en privé	besloten; privé	binnen; binnenshuis; binnenskamers
personnel	besloten; privé	persoonlijk; persoonsgebonden; subjectief
personnellement	besloten; privé	eigenhandig; zelf

Wiktionary: privé

privé

adjective

voor persoonlijk gebruik gereserveerd
- privé → privé

Cross Translation:

From	To	Via
• privé	→ privé; privée	↔ private — not accessible by the public
• privé	→ privé; unique; exclusif	↔ privy — private, exclusive

Verwante vertalingen van privé

Frans

Uitgebreide vertaling voor privé (Frans) in het Nederlands

Privé:

Privé bijvoeglijk naamwoord

Privé (masqué)
Privé
- Privé bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor Privé:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Privé	Privé; masqué

priver:

priver werkwoord (prive, prives, privons, privez, privent, privais, privait, privions, priviez, privaient, privai, privas, priva, privâmes, privâtes, privèrent, priverai, priveras, privera, priverons, priverez, priveront)

priver (dérober; priver de; retirer; enlever; voler; ne pas suffire à; prendre; subtiliser)
ontnemen; depriveren; te kort doen; beroven van
- ontnemen werkwoord (ontneem, ontneemt, ontnam, ontnomen, ontnomen)
- depriveren werkwoord (depriveer, depriveert, depriveerde, depriveerden, gedepriveerd)
- te kort doen werkwoord (doe te kort, doet te kort, deed te kort, deden te kort, te kort gedaan)
- beroven van werkwoord (beroof van, berooft van, beroofde van, beroofden van, beroofd van)

Conjugations for priver:

Présent

prive
prives
prive
privons
privez
privent

imparfait

privais
privais
privait
privions
priviez
privaient

passé simple

privai
privas
priva
privâmes
privâtes
privèrent

futur simple

priverai
priveras
privera
priverons
priverez
priveront

subjonctif présent

que je prive
que tu prives
qu'il prive
que nous privions
que vous priviez
qu'ils privent

conditionnel présent

priverais
priverais
priverait
priverions
priveriez
priveraient

passé composé

ai privé
as privé
a privé
avons privé
avez privé
ont privé

divers

prive!
privez!
privons!
privé
privant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor priver:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ontnemen		déprivation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beroven van	dérober; enlever; ne pas suffire à; prendre; priver; priver de; retirer; subtiliser; voler
depriveren	dérober; enlever; ne pas suffire à; prendre; priver; priver de; retirer; subtiliser; voler
ontnemen	dérober; enlever; ne pas suffire à; prendre; priver; priver de; retirer; subtiliser; voler	barboter; chiper; choper; dérober; enlever; faucher; marauder; piller; piquer; prendre; rafler; retirer; s'emparer; subtiliser; voler; ôter
te kort doen	dérober; enlever; ne pas suffire à; prendre; priver; priver de; retirer; subtiliser; voler

Synoniemen voor "priver":

abstenir; empêcher; refuser; éviter; affamer; jeûner; frustrer; léser; spolier; désavantager; déposséder; dépouiller; déshériter; sevrer; nuire; enlever; ôter; séparer

Wiktionary: priver

Cross Translation:

From	To	Via
• priver	→ ontnemen	↔ deprive — take something away; deny someone of something

privée:

Synoniemen voor "privée":

individuelle; personnelle; particulière; propre; autonome; singulière; distincte; seule; spéciale; intérieure; interne; contenue; civile; intime; secrète; intestine; officieuse; possible; originale; distinctive; remarquable; spécifique

Wiktionary: privée

Cross Translation:

From	To	Via
• privée	→ privaat	↔ private — not done in the view of others
• privée	→ privé; besloten	↔ private — not accessible by the public

privé:

privé bijvoeglijk naamwoord

privé (personnel; en privé; personnellement)
privé; besloten
- privé bijvoeglijk naamwoord
- besloten bijvoeglijk naamwoord
privé
particulier
- particulier bijvoeglijk naamwoord
privé
eigen
- eigen bijvoeglijk naamwoord
privé (dépourvu; démuni)
verstoken
- verstoken bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor privé:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
verstoken		dépenser en combustible
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
besloten	en privé; personnel; personnellement; privé
eigen	privé	inhérent; inné; naturel; naturellement; posséder
particulier	privé
privé	en privé; personnel; personnellement; privé
verstoken	démuni; dépourvu; privé

Synoniemen voor "privé":

individuel; personnel; particulier; propre; autonome; singulier; distinct; seul; spécial; intérieur; interne; contenu; civil; intime; secret; maison; logement; foyer; appartement; domestique; dedans; intestin; viscère; entrailles; boyau; côlon; duodénum; jéjunum; cæcum; rectum; profond; caché; familier; intimité; familiarité; amitié; liaison; union; officieux; vraisemblable; possible; distinctif; spécifique; individu; être; créature; détective

Wiktionary: privé

privé

adjective

voor persoonlijk gebruik gereserveerd
- privé → privé

Cross Translation:

From	To	Via
• privé	→ bordeel	↔ brothel — house of prostitution
• privé	→ gesloten	↔ closed — non public
• privé	→ privaat	↔ private — not done in the view of others
• privé	→ privé; besloten	↔ private — not accessible by the public
• privé	→ privé; uniek; exclusief	↔ privy — private, exclusive

Verwante vertalingen van privé

Remove Ads

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: privé

Uitgebreide vertaling voor privé (Nederlands) in het Frans

Privé:

Privé bijvoeglijk naamwoord

Privé

Vertaal Matrix voor Privé:

privé:

privé bijvoeglijk naamwoord

privé (besloten)

Vertaal Matrix voor privé:

Wiktionary: privé

Verwante vertalingen van privé

Uitgebreide vertaling voor privé (Frans) in het Nederlands

Privé:

Privé bijvoeglijk naamwoord

Privé (masqué)

Vertaal Matrix voor Privé:

priver:

priver werkwoord (prive, prives, privons, privez, privent, privais, privait, privions, priviez, privaient, privai, privas, priva, privâmes, privâtes, privèrent, priverai, priveras, privera, priverons, priverez, priveront)

priver (dérober; priver de; retirer; enlever; voler; ne pas suffire à; prendre; subtiliser)

Conjugations for priver:

Présent

imparfait

passé simple

futur simple

subjonctif présent

conditionnel présent

passé composé

divers

Vertaal Matrix voor priver:

Synoniemen voor "priver":

Wiktionary: priver

privée:

Synoniemen voor "privée":

Wiktionary: privée

privé:

privé bijvoeglijk naamwoord

privé (personnel; en privé; personnellement)

privé

privé

privé (dépourvu; démuni)

Vertaal Matrix voor privé:

Synoniemen voor "privé":

Wiktionary: privé

Verwante vertalingen van privé