Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reu (Nederlands) in het Frans

reu:

reu [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de reu
    le chien mâle

Vertaal Matrix voor reu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chien mâle reu

Verwante woorden van "reu":

  • reuen, reus, reutje, reutjes

Wiktionary: reu

reu
noun
  1. een mannelijke hond

Cross Translation:
FromToVia
reu chien dog — male canine
reu mâle Rüde — Tier männlichen Geschlechts (von Hunden, Wölfen, Füchsen, Dachsen, Mardern)

reçu:

reçu [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het reçu (ontvangstbewijs)
    le récépissé de versement; le reçu; le récépissé; la quittance; le ticket de caisse; le récipissé; le ticket
  2. het reçu (bewijs van ontvangst)
    le reçu; le récépissé
  3. het reçu (stortingsbewijs; bon)
    le récépissé de versement; le reçu; la quittance; le ticket; le récépissé

Vertaal Matrix voor reçu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
quittance bon; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs bon; coupon; kassabon; kwitantie
reçu bewijs van ontvangst; bon; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs beweringsgrond; bewijs; bon; coupon; kassabon; kwitantie
récipissé ontvangstbewijs; reçu
récépissé bewijs van ontvangst; bon; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs bon; coupon
récépissé de versement bon; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs
ticket bon; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs bon; coupon; entreebiljet; kaart; kaartje; pasje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs
ticket de caisse ontvangstbewijs; reçu kassabon

Verwante woorden van "reçu":

  • reçuutje, reçuutjes

Wiktionary: reçu


Cross Translation:
FromToVia
reçu bordereau de livraison Lieferschein — Dokument, das über die gelieferten Waren Auskunft gibt
reçu récépissé; reçu voucher — A receipt



Frans

Uitgebreide vertaling voor reu (Frans) in het Nederlands

reçu:

reçu [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le reçu (récépissé de versement; récépissé; quittance; )
    het ontvangstbewijs; het reçu
  2. le reçu (bon; coupon; chiffon; )
    de bon; de coupon
    • bon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • coupon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le reçu (récépissé de versement; quittance; ticket; récépissé)
    het stortingsbewijs; het reçu; de bon
    • stortingsbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
    • reçu [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le reçu (argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; pièces à conviction; preuve; )
    het bewijs; beweringsgrond
  5. le reçu (quittance; ticket de caisse; facture)
    de kassabon
    • kassabon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. le reçu (récépissé)
    bewijs van ontvangst; het reçu
  7. le reçu (quittance; facture)
    de kwitantie

Vertaal Matrix voor reçu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beweringsgrond argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; billet; certificat; confirmation; pièces à conviction; preuve; reçu
bewijs argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; billet; certificat; confirmation; pièces à conviction; preuve; reçu certificat; marque; pièce à conviction; preuve; signe; témoignage
bewijs van ontvangst reçu; récépissé
bon bon; chiffon; coupon; lambeau; pièce; quittance; restant; reçu; récépissé; récépissé de versement; ticket amende; contravention; procès-verbal
coupon bon; chiffon; coupon; lambeau; pièce; quittance; restant; reçu; récépissé; ticket
kassabon facture; quittance; reçu; ticket de caisse
kwitantie facture; quittance; reçu
ontvangstbewijs quittance; reçu; récipissé; récépissé; récépissé de versement; ticket; ticket de caisse
reçu quittance; reçu; récipissé; récépissé; récépissé de versement; ticket; ticket de caisse
stortingsbewijs quittance; reçu; récépissé; récépissé de versement; ticket

Synoniemen voor "reçu":


Wiktionary: reçu


Cross Translation:
FromToVia
reçu kwitantie QuittungZahlungsbestätigung, Empfangsbestätigung
reçu reçu; betalingsbewijs voucher — A receipt