Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. toen:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor toen:
    • lors


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toen (Nederlands) in het Frans

toen:

toen bijvoeglijk naamwoord

  1. toen
    lorsque; quand
  2. toen (destijds; toentertijd; indertijd; toenmaals)
    en ce temps-là; alors; quand

Vertaal Matrix voor toen:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- verder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- daarna; dan; vervolgens
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alors destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd alsdan; dan; toendertijd
en ce temps-là destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd eermaals
lorsque toen
quand destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd wanneer

Synoniemen voor "toen":


Antoniemen van "toen":


Verwante definities voor "toen":

  1. na dat andere1
    • eerst trok ik mijn shirt aan en toen mijn trui1
  2. op dat ogenblik, in die tijd1
    • toen droegen we korte rokken1
  3. tijdstip in het verleden1
    • vroeger, toen we nog vaak konden schaatsen1

Wiktionary: toen


Cross Translation:
FromToVia
toen quand; lorsque alsdie Zeitfolge betreffend
toen alors damals — referenziert einen zurückliegenden Zeitpunkt oder eine zurückliegende Zeitspanne
toen puis dann — zu einem späteren Zeitpunkt oder einer späteren Zeitspanne in der baldigen Zukunft
toen c’est pourquoi; pour cela deswegen — rückbezügliches Adverb, das eine Schlussfolgerung aus einem vorgenannten Sachverhalt bezeichnet
toen alors; then — at that time
toen puis then — soon afterward
toen quand when — at a time in the past

Verwante vertalingen van toen