Nederlands

Uitgebreide vertaling voor topje (Nederlands) in het Frans

topje:

topje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het topje
    le bustier
    • bustier [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor topje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bustier topje

Verwante woorden van "topje":


Wiktionary: topje

topje
Cross Translation:
FromToVia
topje cime; sommet; haut d’un arbre; faîte de l’arbre WipfelBotanik: Baumspitze, oberste Teil des Baumes

top:

top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de top (bergtop; piek)
    le sommet; la pointe; le pic; le point culminant; la cime
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pointe [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pic [le ~] zelfstandig naamwoord
    • point culminant [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cime [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de top (summum; piek; hoogtepunt; toppunt)
    le sommet; le summum; le comble
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • summum [le ~] zelfstandig naamwoord
    • comble [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. de top (hoogst haalbare)
    le sommet; la pointe; le point culminant; la cime
  4. de top (hoogste punt; kruin)
    le faîte; le sommet; l'haut; la cime
    • faîte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • haut [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cime [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. de top (hoogtepunt; zenit; toppunt; piek)
    le moment suprême; le point culminant; l'apogée; le comble; le zénith; le sommet; le summum; le faîte
  6. de top (hoogst bereikbare punt)
    le sommet; la partie supérieure; la cime
  7. de top (dakvorst; nok)
    la partie supérieure; la faîte; le sommet; l'arète; la cime; la tuile
    • partie supérieure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • faîte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • arète [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cime [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tuile [la ~] zelfstandig naamwoord
  8. de top (hoogste punt; piek)
    l'heure de pointe; la pointe; l'heure d'affluence

top bijvoeglijk naamwoord

  1. top (eersterangs; uitstekend; eersteklas; tot de beste klasse behorend)
    de première classe; en haut; supérieur; excellent; impeccable; de premier rang; au poil; de premier choix; de premier ordre

Vertaal Matrix voor top:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apogée hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit climax; culminatie; hoogtepunt
arète dakvorst; nok; top beentje van een vis; bergkam; bergrug; graat; kam; rug; visgraat
cime bergtop; dakvorst; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; kruin; nok; piek; top centrumspits; spits
comble hoogtepunt; piek; summum; top; toppunt; zenit culminatie; dakbint; dakspant; dakstoel; spant
faîte dakvorst; hoogste punt; hoogtepunt; kruin; nok; piek; top; toppunt; zenit
haut hoogste punt; kruin; top
heure d'affluence hoogste punt; piek; top spits; spitsuur
heure de pointe hoogste punt; piek; top piektijd; piekuur; spits; spitsuur; topuur
moment suprême hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit climax; culminatie; hoogtepunt; orgasme
partie supérieure dakvorst; hoogst bereikbare punt; nok; top bovengedeelte; bovenstuk
pic bergtop; piek; top houweel; klover; specht
point culminant bergtop; hoogst haalbare; hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit centrumspits; climax; culminatie; culminatiepunt; hoogtepunt; keer; keerpunt; spits; wending
pointe bergtop; hoogst haalbare; hoogste punt; piek; top bergspits; culminatie; draadnagel; etsnaald; glimp; graveernaald; graveerpen; graveerstift; moesje; nop; pointe; punt; spat; spatje; steek onder water; stip; stipje; stippel; uitsteeksel; vlek; vlekje; vleugje
sommet bergtop; dakvorst; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kruin; nok; piek; summum; top; toppunt; zenit bergspits; centrumspits; culminatie; hoekpunt; spits; topconferentie; topontmoeting
summum hoogtepunt; piek; summum; top; toppunt; zenit
supérieur baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; kloosteroverste; meerdere; meester; moeder overste; overste; patroon; superieur
tuile dakvorst; nok; top dakpan; daktegel; fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
zénith hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit climax; hoogtepunt; zenit
- piek
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
au poil eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
comble boordevol; gevuld; knalvol; opgepropt; opgevuld; overvol; propvol; stampvol; tjokvol; vol; volgestopt; volop
de premier choix eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
de premier ordre eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
de premier rang eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
de première classe eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend fantastisch; geweldig; grandioos; groots; magnifiek; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
en haut eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend boven; bovenaan; bovengemeld; bovengenoemd; bovenin; bovenop; bovenstaand; bovenvermeld; bovenwaarts; erboven; naar boven; naar hogere verdieping; omhoog; op; opstijgend; opwaarts; stijgend; voorgemeld; voornoemd
excellent eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend allerbest; beter dan de rest; briljant; excellent; fantastisch; fenomenaal; formidabel; foutloos; geniaal; geweldig; goddelijk; grandioos; groots; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; lumineus; magnifiek; opperbest; overheerlijk; paradijselijk; patent; perfect; prachtig; puik; reuzelekker; schitterend; smakelijk; subliem; superbe; uitblinkend; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; verrukkelijk; volmaakt; voortreffelijk; zalig
haut hard; hardop; luid; luidkeels; uit volle borst
impeccable eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend brandhelder; brandschoon; briljant; correct; excellent; feilloos; flitsend; foutloos; gaaf; gelikt; hip; ideaal; keurig; kraakhelder; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; onverbeterlijk; opperbest; patent; perfect; picobello; piekfijn; puik; puntgaaf; smetteloos; snel; subliem; superbe; tiptop; trendy; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; vlekkeloos; vlot; volmaakt; voortreffelijk; zuiver
supérieur eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend aanmatigend; arrogant; befaamd; bovenst; bovenste; geacht; geringschattend; hautain; honend; hooggeplaatst; hooggezeten; hooghartig; hoogmoedig; hoogwaardig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opperst; opperste; perfect; prima; prominent; smalend; spottend; superieur; trots; uit de hoogte; van goede kwaliteit; verwaand; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; zelfgenoegzaam; zelfingenomen

Verwante woorden van "top":


Synoniemen voor "top":


Antoniemen van "top":


Verwante definities voor "top":

  1. het hoogste punt1
    • we hadden de top van de berg bereikt1
  2. groep mensen die de baas of het beste zijn1
    • hij hoort tot de top van dit bedrijf1

Wiktionary: top

top
Cross Translation:
FromToVia
top sommet; apex apex — highest point
top apogée apex — moment of greatest success, expansion, etc
top clef crown — highest part of an arch
top cime pinnacle — highest point
top sommet summit — peak, top of mountain
top sommet Gipfel — die höchste Stelle eines Berges oder eines Gebirgszuges
top cime; sommet Spitze — der hoch Punkt eines Berges
top cime; sommet; haut d’un arbre; faîte de l’arbre WipfelBotanik: Baumspitze, oberste Teil des Baumes