Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ventileren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ventileren (Nederlands) in het Frans

ventileren:

ventileren werkwoord (ventileer, ventileert, ventileerde, ventileerden, geventileerd)

  1. ventileren (ontluchten)
    ventiler; aérer
    • ventiler werkwoord (ventile, ventiles, ventilons, ventilez, )
    • aérer werkwoord (aère, aères, aérons, aérez, )

Conjugations for ventileren:

o.t.t.
  1. ventileer
  2. ventileert
  3. ventileert
  4. ventileren
  5. ventileren
  6. ventileren
o.v.t.
  1. ventileerde
  2. ventileerde
  3. ventileerde
  4. ventileerden
  5. ventileerden
  6. ventileerden
v.t.t.
  1. heb geventileerd
  2. hebt geventileerd
  3. heeft geventileerd
  4. hebben geventileerd
  5. hebben geventileerd
  6. hebben geventileerd
v.v.t.
  1. had geventileerd
  2. had geventileerd
  3. had geventileerd
  4. hadden geventileerd
  5. hadden geventileerd
  6. hadden geventileerd
o.t.t.t.
  1. zal ventileren
  2. zult ventileren
  3. zal ventileren
  4. zullen ventileren
  5. zullen ventileren
  6. zullen ventileren
o.v.t.t.
  1. zou ventileren
  2. zou ventileren
  3. zou ventileren
  4. zouden ventileren
  5. zouden ventileren
  6. zouden ventileren
en verder
  1. ben geventileerd
  2. bent geventileerd
  3. is geventileerd
  4. zijn geventileerd
  5. zijn geventileerd
  6. zijn geventileerd
diversen
  1. ventileer!
  2. ventileert!
  3. geventileerd
  4. ventilerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ventileren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aérer ontluchten; ventileren opluchten
ventiler ontluchten; ventileren

Wiktionary: ventileren

ventileren
verb
  1. verse lucht in een ruimte brengen
ventileren



Frans

Uitgebreide vertaling voor ventileren (Frans) in het Nederlands