Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vol (Nederlands) in het Frans

vol:

vol bijvoeglijk naamwoord

  1. vol (gevuld)
    plein; fourré; rempli; rembourré; bourré; comble
  2. vol (volgegeten; verzadigd)
    saturé; mangé à satiété
  3. vol (verzadigd)
    repu; rassasié
  4. vol (afgeladen)
    bourré; aux combles

Vertaal Matrix voor vol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comble culminatie; dakbint; dakspant; dakstoel; hoogtepunt; piek; spant; summum; top; toppunt; zenit
fourré kreupelbos; kreupelhout
plein volheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- compleet; geheel; heel; volledig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- helemaal
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- totaal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aux combles afgeladen; vol
bourré afgeladen; gevuld; vol beschonken; bezopen; bomvol; dronken; knalvol; ladderzat; laveloos; opgevuld; overvol; propvol; smoordronken; stampvol; stomdroken; stomdronken; straalbezopen; tjokvol; toeter; volgepropt; volgestopt; zat
comble gevuld; vol boordevol; knalvol; opgepropt; opgevuld; overvol; propvol; stampvol; tjokvol; volgestopt; volop
fourré gevuld; vol opgevuld; volgestopt
mangé à satiété verzadigd; vol; volgegeten
plein gevuld; vol klankrijk; massief; niet hol; opgevuld; sonoor; volgestopt
rassasié verzadigd; vol
rembourré gevuld; vol opgevuld; volgestopt
rempli gevuld; vol bijgevuld; opgevuld; volgegooid; volgestopt
repu verzadigd; vol
saturé verzadigd; vol; volgegeten

Verwante woorden van "vol":


Synoniemen voor "vol":


Antoniemen van "vol":


Verwante definities voor "vol":

  1. zonder dat er iets ontbreekt1
    • zij wacht al een vol uur1
  2. het bevat zoveel dat er niets bij kan1
    • de beker zit helemaal vol1

Wiktionary: vol

vol
adjective
  1. geheel gevuld
vol
adjective
  1. À quoi il ne manquer aucune des parties nécessaires.
  2. Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue.
  3. de frères et sœurs
  4. Qui contient tout ce qu’il est capable de contenir ; il est opposé à vide. (Sens général).

Cross Translation:
FromToVia
vol plein full — containing the maximum possible amount
vol entier; total full — total, entire
vol repaitre; rassasier full — satisfied, in relation to eating
vol farci stuffed — with food

Verwante vertalingen van vol



Frans

Uitgebreide vertaling voor vol (Frans) in het Nederlands

vol:

vol [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le vol (voyage en avion; croisière aérienne)
    de vlucht; de vliegreis; de vliegtocht
  2. le vol
    de diefstal; de ontvreemding
  3. le vol
    de diefstal
    • diefstal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le vol (dépouillement; brigandage; rapt)
    de beroving; de roof
    • beroving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • roof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. le vol (malversation; irrégularités; fraude; )
    de malversatie; de onregelmatigheden; de verdonkeremaning; de fraude; de zwendel; verduisteren; de verduistering; de ontvreemding
  6. le vol (croisière aérienne; volée; petit vol)
    het vliegreisje; het vliegtochtje; de vliegtocht

Vertaal Matrix voor vol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beroving brigandage; dépouillement; rapt; vol
diefstal vol
fraude anomalie; désordre; détournement; escroquerie; fraude; irrégularité; irrégularités; malversation; obscurcissement; réception; tricherie; vol fraude
malversatie anomalie; désordre; détournement; escroquerie; fraude; irrégularité; irrégularités; malversation; obscurcissement; réception; tricherie; vol
onregelmatigheden anomalie; désordre; détournement; escroquerie; fraude; irrégularité; irrégularités; malversation; obscurcissement; réception; tricherie; vol
ontvreemding anomalie; désordre; détournement; escroquerie; fraude; irrégularité; irrégularités; malversation; obscurcissement; réception; tricherie; vol
roof brigandage; dépouillement; rapt; vol croûte; escarre; écorce
verdonkeremaning anomalie; désordre; détournement; escroquerie; fraude; irrégularité; irrégularités; malversation; obscurcissement; réception; tricherie; vol malversation
verduisteren anomalie; désordre; détournement; escroquerie; fraude; irrégularité; irrégularités; malversation; obscurcissement; réception; tricherie; vol
verduistering anomalie; désordre; détournement; escroquerie; fraude; irrégularité; irrégularités; malversation; obscurcissement; réception; tricherie; vol malversation; éclipse solaire
vliegreis croisière aérienne; vol; voyage en avion
vliegreisje croisière aérienne; petit vol; vol; volée
vliegtocht croisière aérienne; petit vol; vol; volée; voyage en avion
vliegtochtje croisière aérienne; petit vol; vol; volée
vlucht croisière aérienne; vol; voyage en avion
zwendel anomalie; désordre; détournement; escroquerie; fraude; irrégularité; irrégularités; malversation; obscurcissement; réception; tricherie; vol attrape-nigaud; bluff; duperie; escroquerie; filouterie; fraude; imposture; malversation; mystification; piège grossier; soulèvements; tricherie; tromperie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verduisteren abriter; assombrir; barboter; cacher; camoufler; celer; chiper; choper; dissimuler; déguiser; dérober; détenir; enlever; enténébrer; farder; faucher; marauder; mettre en sûreté; obscurcir; omettre; piller; piquer; prendre; rafler; receler; retenir; retirer; s'emparer; se taire de quelque chose; subtiliser; taire; voiler; voler; ôter

Synoniemen voor "vol":


Wiktionary: vol

vol
noun
  1. mouvement des oiseaux et de divers animaux, qui se soutiennent et avancent dans l’air au moyen de leurs ailes.
  2. Action de celui ou de celle qui prend furtivement ou par force le bien d’autrui, pour se l’approprier.
vol
noun
  1. het zich onrechtmatig toe-eigenen van goederen of andere bezittingen die aan een ander toebehoren
  2. het zich door luchtruim bewegen

Cross Translation:
FromToVia
vol vliegen; vlucht flight — act of flying
vol diefstal theft — act of stealing property
vol diefstal Diebstahl — heimliche Entwendung fremden Eigentums
vol vlucht FlugFortbewegung eines Körpers durch die Luft durch Ausnutzung der Gesetze der Aerodynamik
vol roof Raub — das gewaltsame wegnehmen, das rauben

volé:

volé bijvoeglijk naamwoord

  1. volé (chapardé; dérobé; piqué)
    gestolen; ontvreemd
  2. volé (piqué; chouravé)
    gejat
    • gejat bijvoeglijk naamwoord
  3. volé (dupé; roulé; refait)
    bekocht

Vertaal Matrix voor volé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekocht dupé; refait; roulé; volé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gejat chouravé; piqué; volé
gestolen chapardé; dérobé; piqué; volé
ontvreemd chapardé; dérobé; piqué; volé

Synoniemen voor "volé":


Wiktionary: volé


Cross Translation:
FromToVia
volé gestolen stolen — past participle of to steal

Verwante vertalingen van vol