Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. aangelegenheid:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aangelegenheid (Nederlands) in het Frans

aangelegenheid:

aangelegenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aangelegenheid (geval; kwestie; zaak; affaire)
    le cas; l'affaire; le problème; le fait; la question
    • cas [le ~] zelfstandig naamwoord
    • affaire [la ~] zelfstandig naamwoord
    • problème [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fait [le ~] zelfstandig naamwoord
    • question [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aangelegenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affaire aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; bedrijf; bezigheid; deal; firma; geval; incident; issue; koop; koopmanschap; kopen; kwestie; onderneming; punt; transactie; verkrijging; verwerving; zaak; zaakje
cas aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak casus; deining; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; incident; invalshoek; issue; kwestie; kwesties; naamval; oogpunt; ophef; perspectief; probleem; problematiek; problemen; punt; standpunt; vraagstuk; zaak; zaakje; zienswijs
fait aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak actie; aktie; casus; daad; evenement; feit; gebeurtenis; geval; handeling; incident; kwestie; voorval
problème aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak complicatie; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; ingewikkeldheid; interpellatie; invalshoek; issue; kwestie; moeilijkheid; oogpunt; opgaaf; opgave; perspectief; probleem; probleemgeval; probleemstelling; punt; standpunt; stelling; verhandeling; vraag; vraagstelling; vraagstuk; werkstuk; zienswijs; zwaarte
question aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak casus; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; ingewikkeldheid; interpellatie; invalshoek; issue; kwestie; kwesties; moeilijkheid; oogpunt; opgaaf; opgave; perspectief; probleem; probleemstelling; problematiek; problemen; punt; standpunt; stelling; verhandeling; vraag; vraagstelling; vraagstuk; werkstuk; zaak; zienswijs; zwaarte
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fait af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; geboren; gecreëerd; gedaan; gemaakt; gepleegd; geproduceerd; gereed; geschapen; gevormd; geëindigd; klaar; over; ter wereld gekomen; uit; uitgevoerd; verricht; vervaardigd; volbracht; voltooid; voltrokken; voorbij

Wiktionary: aangelegenheid

aangelegenheid
noun
  1. Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère.
  2. Permet de désigner un objet, une idée, un concept ou une abstraction quelconque, sans avoir à l’identifier ou à le nommer. Une chose est ce qui exister mais qui est indéterminé, objet ou idée, ou qu’il n’est pas nécessaire de préciser. La signification du mot cho