Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. activa:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor activa (Nederlands) in het Frans

activa:

activa [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de activa (tegoed; baten; bezit)
    le crédit; l'avoir
    • crédit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • avoir [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de activa
    le bien
    • bien [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor activa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir activa; baten; bezit; tegoed creditnota; geldelijk vermogen; vermogen
bien activa bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
crédit activa; baten; bezit; tegoed credit; krediet; kredietverlening; lening
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir afzetten; bedonderen; bedriegen; beduvelen; belazeren; beschikken over; besodemieteren; bezitten; hebben; in eigendom hebben; misleiden; oplichten; zwendelen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bien aanlokkelijk; aardig; akkoord; behoorlijk; behoorlijke; bevallig; braaf; deugdzaam; erg; gekuist; gereinigd; heerlijk; hemels; in hoge mate; in orde; knap; kostelijk; lekker; leuk; lief; mee eens; mooi; netjes; overheerlijk; reuzelekker; schoon; smakelijk; sympathiek; verlokkend; verreweg; verrukkelijk; voorbeeldig; welgemaakt; zalig; zoet; zuiver

Wiktionary: activa

activa
noun
  1. (boekhouding) de in geld uitgedrukte waarde die het geheel aan bezittingen van een onderneming vertegenwoordigt

Cross Translation:
FromToVia
activa actif; avoir; atout asset — something or someone of any value
activa actif assets — any property or object of value that one possesses