Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. balustrade:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor balustrade (Nederlands) in het Frans

balustrade:

balustrade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de balustrade (leuning; railing)
    la balustrade; la rampe; la main courante
  2. de balustrade (balkonhek)
    le balcon; la balustrade; la barre; la barre d'appui

Vertaal Matrix voor balustrade:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balcon balkonhek; balustrade balkon
balustrade balkonhek; balustrade; leuning; railing balkon; borstwering; trapleuning; trapleuningen
barre balkonhek; balustrade balie; baton; chocolade; chocoladereep; gelid; gerecht; gerechtshof; getuigenbank; hof; lijn; linie; pastille; plak; rechtbank; reep; reep chocolade; rij; schreef; staaf; staf; stang; stok; streep; tablet; tribunaal
barre d'appui balkonhek; balustrade trapleuning; trapleuningen
main courante balustrade; leuning; railing handsteun; leuning; trapleuning; trapleuningen
rampe balustrade; leuning; railing aanvoerweg; afgang; berm; dijkhelling; flauwe helling; glooiing; handsteun; helling; inrit; leuning; oprijlaan; oprit; talud

Verwante woorden van "balustrade":

  • balustraden, balustrades

Wiktionary: balustrade

balustrade
noun
  1. Balustrade de fer, de... pour empêcher de tomber,

Cross Translation:
FromToVia
balustrade balustrade balustrade — row of balusters