Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bestendig (Nederlands) in het Frans

bestendig:

bestendig bijvoeglijk naamwoord

  1. bestendig (bestand tegen; opgewassen tegen)
    résistant à; résistant; à la hauteur; insensible à
  2. bestendig (onveranderlijk)
    fixe; solide; inébranlable; stable; solidement; permanent; constant
  3. bestendig (constant)
    constant; constamment; continu; continuel

Vertaal Matrix voor bestendig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
permanent vrijgestelde
résistant verzetsstrijder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constamment bestendig; constant aanhoudend; aldoor; almaar; altijd; altijddurend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; permanent; standvastig; steeds; telkens; vasthoudend; volhardend; voortdurend
constant bestendig; constant; onveranderlijk aanhoudend; altijd; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; permanent; standvastig; steeds; vasthoudend; volhardend; voortdurend
continu bestendig; constant aanhoudend; altijd; altijddurend; constant; continu; continue; doorgaand; doorlopend; eeuwig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
continuel bestendig; constant aaneengesloten; aanhoudend; altijd; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gelijkmatig; gestaag; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; permanent; steeds; voortdurend
fixe bestendig; onveranderlijk chagrijnig; definitief; geconcentreerd; ingespannen; knorrig; korzelig; nors; nurks; onafgewend; onbuigzaam; onverzettelijk; permanent; star; stijfkoppig; strak; stug; taai; van sterk gehalte; vastgesteld; vaststaand; verdiept; verstard
insensible à bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen
inébranlable bestendig; onveranderlijk ferm; fiks; flink; kordaat; onaanvechtbaar; onbetwistbaar; onbuigzaam; onomstotelijk; onverzettelijk; onwankelbaar; onweerlegbaar; onwrikbaar; pal; rotsvast; standvastig; stevig; stijfkoppig; stug; taai; vasthoudend; volhardend
permanent bestendig; onveranderlijk aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijd; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; definitief; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gedurig; immer; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; permanent; steeds; telkens; vastgesteld; vaststaand; voortdurend
résistant bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; duurzame; hecht; solide; stevig
résistant à bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen immuun; onschendbaar; onvatbaar
solide bestendig; onveranderlijk aannemelijk; behoorlijk; betrouwbaar; danig; dapper; degelijk; degelijke; deugdelijk; doorwrocht; duchtig; ferm; fiks; flink; fors; gedegen; gefundeerd; gegrond; hecht; kordaat; logisch; moedig; moreel sterk; onderlegd; op goede gronden steunend; potig; robuust; solide; standvastig; steekhoudend; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; van goede hoedanigheid
solidement bestendig; onveranderlijk aannemelijk; degelijk; degelijke; ferm; fiks; flink; fors; gefundeerd; gegrond; kordaat; logisch; op goede gronden steunend; potig; solide; stabiel; standvastig; steekhoudend; stevig
stable bestendig; onveranderlijk duurzaam; duurzame; ferm; fiks; flink; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; hecht; stabiel; stevig
à la hauteur bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen

Verwante woorden van "bestendig":

  • bestendigheid, bestendiger, bestendigere, bestendigst, bestendigste, bestendige

Wiktionary: bestendig


Cross Translation:
FromToVia
bestendig permanent permanent — without end

bestendigen:

bestendigen werkwoord (bestendig, bestendigt, bestendigde, bestendigden, bestendigd)

  1. bestendigen
    maintenir; stabiliser; consolider; faire durer
    • maintenir werkwoord (maintiens, maintient, maintenons, maintenez, )
    • stabiliser werkwoord (stabilise, stabilises, stabilisons, stabilisez, )
    • consolider werkwoord (consolide, consolides, consolidons, consolidez, )
    • faire durer werkwoord

Conjugations for bestendigen:

o.t.t.
  1. bestendig
  2. bestendigt
  3. bestendigt
  4. bestendigen
  5. bestendigen
  6. bestendigen
o.v.t.
  1. bestendigde
  2. bestendigde
  3. bestendigde
  4. bestendigden
  5. bestendigden
  6. bestendigden
v.t.t.
  1. heb bestendigd
  2. hebt bestendigd
  3. heeft bestendigd
  4. hebben bestendigd
  5. hebben bestendigd
  6. hebben bestendigd
v.v.t.
  1. had bestendigd
  2. had bestendigd
  3. had bestendigd
  4. hadden bestendigd
  5. hadden bestendigd
  6. hadden bestendigd
o.t.t.t.
  1. zal bestendigen
  2. zult bestendigen
  3. zal bestendigen
  4. zullen bestendigen
  5. zullen bestendigen
  6. zullen bestendigen
o.v.t.t.
  1. zou bestendigen
  2. zou bestendigen
  3. zou bestendigen
  4. zouden bestendigen
  5. zouden bestendigen
  6. zouden bestendigen
diversen
  1. bestendig!
  2. bestendigt!
  3. bestendigd
  4. bestendigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bestendigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consolider bestendigen aanscherpen; consolideren; dragen; intensiveren; ondersteunen; schoren; schragen; solidair maken; solidariseren; sterken; sterker maken; sterker worden; steunen; stutten; toespitsen; verhevigen; versterken; verstevigen
faire durer bestendigen doorgaan; doorzetten; een stapje verder gaan; standhouden; verdergaan; volharden; volhouden
maintenir bestendigen beethouden; behoeden; behouden; beschermen; bewaren; conserveren; doorstaan; dragen; dulden; handhaven; harden; hooghouden; in bescherming nemen; in de hoogte houden; instandhouden; niet terugnemen; omhooghouden; ophouden; stand houden; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; volhouden
stabiliser bestendigen consolideren; stabiel maken; stabiliseren; verstevigen