Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bevoorraden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bevoorraden (Nederlands) in het Frans

bevoorraden:

bevoorraden werkwoord (bevoorraad, bevoorraadt, bevoorraadde, bevoorraadden, bevoorraad)

  1. bevoorraden
    approvisionner; ravitailler
    • approvisionner werkwoord (approvisionne, approvisionnes, approvisionnons, approvisionnez, )
    • ravitailler werkwoord (ravitaille, ravitailles, ravitaillons, ravitaillez, )

Conjugations for bevoorraden:

o.t.t.
  1. bevoorraad
  2. bevoorraadt
  3. bevoorraadt
  4. bevoorraad
  5. bevoorraad
  6. bevoorraad
o.v.t.
  1. bevoorraadde
  2. bevoorraadde
  3. bevoorraadde
  4. bevoorraadden
  5. bevoorraadden
  6. bevoorraadden
v.t.t.
  1. heb bevoorraad
  2. hebt bevoorraad
  3. heeft bevoorraad
  4. hebben bevoorraad
  5. hebben bevoorraad
  6. hebben bevoorraad
v.v.t.
  1. had bevoorraad
  2. had bevoorraad
  3. had bevoorraad
  4. hadden bevoorraad
  5. hadden bevoorraad
  6. hadden bevoorraad
o.t.t.t.
  1. zal bevoorraden
  2. zult bevoorraden
  3. zal bevoorraden
  4. zullen bevoorraden
  5. zullen bevoorraden
  6. zullen bevoorraden
o.v.t.t.
  1. zou bevoorraden
  2. zou bevoorraden
  3. zou bevoorraden
  4. zouden bevoorraden
  5. zouden bevoorraden
  6. zouden bevoorraden
diversen
  1. bevoorraad!
  2. bevoorraadt!
  3. bevoorraad
  4. bevoorradend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bevoorraden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
approvisionner bevoorraden
ravitailler bevoorraden

Wiktionary: bevoorraden

bevoorraden
verb
  1. voorzien van benodigheden
bevoorraden
verb
  1. garnir, pourvoir de ce qui est nécessaire ou utile en vue de tel ou tel objet.
  2. Aviser à quelque chose, y donner ordre, suppléer à ce qui manque. (Sens général)