Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. buit:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buit (Nederlands) in het Frans

buit:

buit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de buit (vangst)
    le butin; la proie
    • butin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • proie [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
butin buit; vangst
proie buit; vangst

Verwante woorden van "buit":


Wiktionary: buit

buit
noun
  1. goederen gewonnen door diefstaf of verovering
buit
Cross Translation:
FromToVia
buit dépouille booty — plunder
buit dépouille; butin spoil — plunder taken from an enemy or victim