Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. deurklinken:
  2. deurklink:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor deurklinken (Nederlands) in het Frans

deurklinken:

deurklinken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de deurklinken (deurkrukken)
    la poignées de porte; le loquets

Vertaal Matrix voor deurklinken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
loquets deurklinken; deurkrukken
poignées de porte deurklinken; deurkrukken

Verwante woorden van "deurklinken":


deurklink:

deurklink [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de deurklink (deurkruk; kruk)
    la manette; le loquet; le loqueteau
    • manette [la ~] zelfstandig naamwoord
    • loquet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • loqueteau [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de deurklink (klink; kruk; hendel)
    la poignée; le loquet
    • poignée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • loquet [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor deurklink:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
loquet deurklink; deurkruk; hendel; klink; kruk deurknip; inklinking; inklinking van bout; klink; knip; oor; oor van een kopje
loqueteau deurklink; deurkruk; kruk oor; oor van een kopje
manette deurklink; deurkruk; kruk oor; oor van een kopje; schakelhefboom
poignée deurklink; hendel; klink; kruk gevest; greep; handel; handgreep; handje; handvat; handvol; heft; hendel; oor; oor van een kopje; pannenlap; vuistvol

Verwante woorden van "deurklink":


Wiktionary: deurklink

deurklink
noun
  1. Quantité de matière qu’on peut prendre dans une main.