Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dienstbaarheid:
  2. dienstbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dienstbaarheid (Nederlands) in het Frans

dienstbaarheid:

dienstbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de dienstbaarheid (dienstvaardigheid; gedienstigheid)
    l'obligeance; la serviabilité

Vertaal Matrix voor dienstbaarheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obligeance dienstbaarheid; dienstvaardigheid; gedienstigheid behulpzaamheid; dienst; dienstwilligheid; gedienstige handeling; gedienstigheid; gunstige gezindheid; hulpvaardigheid; toeschietelijkheid; voorkomendheid; welwillendheid
serviabilité dienstbaarheid; dienstvaardigheid; gedienstigheid behulpzaamheid; dienst; dienstwilligheid; gedienstige handeling; gedienstigheid; hulpvaardigheid; voorkomendheid

Verwante woorden van "dienstbaarheid":


dienstbaar:

dienstbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. dienstbaar (volgzaam; slaafs; gedienstig)
    docile; obéissant; servile; serviable
  2. dienstbaar (dienstwillig; willig)
    serviable; docile; empressé; obéissant; obligeant; docilement; obligeamment

Vertaal Matrix voor dienstbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
docile dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; slaafs; volgzaam; willig bijkomstig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inferieur; inschikkelijk; knechts; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; serviel; slaafs; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam
docilement dienstbaar; dienstwillig; willig gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam
empressé dienstbaar; dienstwillig; willig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; gedwee; gewillig; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; inschikkelijk; meegaand; plezierig; soepel; toegeeflijk; toegevend; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
obligeamment dienstbaar; dienstwillig; willig bereidvaardig; bereidwillig; gehoorzaam; goedwillig; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend
obligeant dienstbaar; dienstwillig; willig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; bijzonder aangenaam; gedienstig; gehoorzaam; gewillig; goedaardig; goedhartig; goedwillig; hulpvaardig; inschikkelijk; medelevend; meelevend; meevoelend; plezierig; ruimhartig; tegemoetkomend; toeschietelijk; verplichtend; voorkomend; vriendelijk; welwillend; zachtaardig
obéissant dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; slaafs; volgzaam; willig gedwee; gehoorzaam; meegaand; onderworpen; tam; volgzaam
serviable dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; slaafs; volgzaam; willig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; beleefd; bereidvaardig; bereidwillig; beschaafd; dienstvaardig; gedienstig; gemanierd; gewillig; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; inschikkelijk; plezierig; voorkomend; vriendelijk; wellevend; welopgevoed; zachtaardig
servile dienstbaar; gedienstig; slaafs; volgzaam bijkomstig; inferieur; knechts; kruiperig; onderdanig; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; serviel; slaafs

Verwante woorden van "dienstbaar":