Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dunken:
  2. dunk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dunken (Nederlands) in het Frans

dunken:

dunken werkwoord (dunk, dunkt, dunkte, dunkten, gedunkt)

  1. dunken
    croire; penser; sembler à
    • croire werkwoord (crois, croit, croyons, croyez, )
    • penser werkwoord (pense, penses, pensons, pensez, )
    • sembler à werkwoord

Conjugations for dunken:

o.t.t.
  1. dunk
  2. dunkt
  3. dunkt
  4. dunken
  5. dunken
  6. dunken
o.v.t.
  1. dunkte
  2. dunkte
  3. dunkte
  4. dunkten
  5. dunkten
  6. dunkten
v.t.t.
  1. heb gedunkt
  2. hebt gedunkt
  3. heeft gedunkt
  4. hebben gedunkt
  5. hebben gedunkt
  6. hebben gedunkt
v.v.t.
  1. had gedunkt
  2. had gedunkt
  3. had gedunkt
  4. hadden gedunkt
  5. hadden gedunkt
  6. hadden gedunkt
o.t.t.t.
  1. zal dunken
  2. zult dunken
  3. zal dunken
  4. zullen dunken
  5. zullen dunken
  6. zullen dunken
o.v.t.t.
  1. zou dunken
  2. zou dunken
  3. zou dunken
  4. zouden dunken
  5. zouden dunken
  6. zouden dunken
diversen
  1. dunk!
  2. dunkt!
  3. gedunkt
  4. dunkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dunken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
croire dunken aannemen; geloven
penser dunken aannemen; denken; geloven; nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren
sembler à dunken

Verwante woorden van "dunken":


Wiktionary: dunken


Cross Translation:
FromToVia
dunken apparoir; paraître; sembler dünken(intransitiv), unpersönlich, gehoben, veraltend, mit einem im Akkusativ oder seltener im Dativ stehenden Personalpronomen: von jemandem so wahrgenommen, empfunden werden

dunk:

dunk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dunk
    l'opinion; l'idée; le pensionné
    • opinion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • idée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pensionné [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dunk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
idée dunk begrip; begripsvermogen; benul; besef; bevattingsvermogen; bewustzijn; conceptie; denkbeeld; gedachte; gezichtspunt; hallucinatie; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; mentale voorstelling; notie; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze; zinsbegoocheling
opinion dunk begrip; bewering; conceptie; denkbeeld; gedachte; gezichtspunt; gezindheid; houding; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; notie; oordeel; opinie; opvatting; overtuiging; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; vaststaande mening; visie; zienswijze
pensionné dunk AOWer; gepensioneerde; vijfenzestigplusser

Verwante woorden van "dunk":


Wiktionary: dunk

dunk
noun
  1. Ce que l’on penser et aussi ce que l’on en dit, opinion.
  2. avis de celui qui opiner sur quelque affaire mise en délibération.