Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dunnen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dunnen (Nederlands) in het Frans

dunnen:

dunnen werkwoord (dun, dunt, dunde, dunden, gedund)

  1. dunnen (minder talrijk maken; decimeren)
    décimer; épuiser
    • décimer werkwoord (décime, décimes, décimons, décimez, )
    • épuiser werkwoord (épuise, épuises, épuisons, épuisez, )

Conjugations for dunnen:

o.t.t.
  1. dun
  2. dunt
  3. dunt
  4. dunnen
  5. dunnen
  6. dunnen
o.v.t.
  1. dunde
  2. dunde
  3. dunde
  4. dunden
  5. dunden
  6. dunden
v.t.t.
  1. ben gedund
  2. bent gedund
  3. is gedund
  4. zijn gedund
  5. zijn gedund
  6. zijn gedund
v.v.t.
  1. was gedund
  2. was gedund
  3. was gedund
  4. waren gedund
  5. waren gedund
  6. waren gedund
o.t.t.t.
  1. zal dunnen
  2. zult dunnen
  3. zal dunnen
  4. zullen dunnen
  5. zullen dunnen
  6. zullen dunnen
o.v.t.t.
  1. zou dunnen
  2. zou dunnen
  3. zou dunnen
  4. zouden dunnen
  5. zouden dunnen
  6. zouden dunnen
diversen
  1. dun!
  2. dunt!
  3. gedund
  4. dunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dunnen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
décimer decimeren; dunnen; minder talrijk maken uitdunnen; wegkappen
épuiser decimeren; dunnen; minder talrijk maken aan kracht inboeten; afbeulen; afjakkeren; afmatten; afsloven; moe maken; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; ploeteren; sappelen; slopen; sloven; uitdunnen; uitputten; verdorsten; vermoeien; verslappen; verzwakken; wegkappen; zich afsloven; zwak worden; zwakker worden; zwoegen