Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. emballage:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor emballage (Nederlands) in het Frans

emballage:

emballage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de emballage (verpakking)
    l'emballage; l'empaquetage; l'enveloppe; la boîte; le carton

Vertaal Matrix voor emballage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boîte emballage; verpakking bajes; bak; blik; blikje; box; buitenkant; bus; doos; gevangenis; huls; kistje; kratje; lik; nor; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergblik; opbergruimte; pakje; pakket; petoet; postpakket; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats; trommel; verpakking
carton emballage; verpakking bierviltje; bordpapier; box; buitenkant; doos; huls; karton; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; opbergruimte; pakje; pakket; postpakket; verpakking
emballage emballage; verpakking baal; buitenkant; doos; huls; inpakpapier; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; pak; pakje; pakket; pakking; postpakket; verpakken; verpakking; verpakkingspapier
empaquetage emballage; verpakking baal; buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; pak; pakje; pakket; postpakket; verpakking
enveloppe emballage; verpakking boekomslag; briefomslag; buitenkant; couvert; envelop; enveloppe; huls; kaft; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; schaal; schelp; verpakking; wikkel

Wiktionary: emballage


Cross Translation:
FromToVia
emballage emballage Verpackung — Hülle, Behälter, Umhüllung, in die etwas verpackt ist