Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor foefje (Nederlands) in het Frans

foefje:

foefje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het foefje (truc; kunstje; kneep; kneepje; maniertje)
    le prétexte; le truc; le savoir-faire; le tour; le tour de main; l'adresse; l'habileté

Vertaal Matrix voor foefje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adresse foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc adres; adressering; behendigheid; bekwaamheid; e-mailadres; foef; handigheid; internet-e-mailadres; kunst; kunstgreep; kunstje; mate van kunstbeheersing; techniek; truc; vaardigheid
habileté foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc behendigheid; bekwaamheid; capaciteit; deskundigheid; foef; gewiekstheid; handigheid; intelligentie; kennis van zaken; kneep; kunde; kundigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; kwaliteit; mate van kunstbeheersing; pienterheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; spitsvondigheid; techniek; ter zake kundigheid; toer; truc; vaardigheid; vakkundigheid
prétexte foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc dekmantel; smoesje
savoir-faire foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc behendigheid; bekwaamheid; capaciteit; deskundigheid; ervaring; handigheid; kennis van zaken; kneep; kunde; kundigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; kwaliteit; praktijk; routine; specialistische kennis; ter zake kundigheid; toer; truc; vaardigheid; vakkundigheid
tour foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc afstand; baan; baanvak; behendigheid; beurt; burchttoren; cirkel; draai; draaibank; etappe; expeditie; gekke streek; handigheid; kasteeltoren; kring; kuier; kunst; kunstgreep; kunstje; list; loopje; mars; omdraaiing; omgang; omgang hebben met; omloop; ommetje; omwenteling; pad; poets; rare streek; reis; rit; ronde; ronde doen; rondgang; rondje; rondreis; rondrit; route; slimheid; slottoren; sluwe streek; spelletje; streek; tocht; tochtje; toer; toertje; toren; torenflat; torengebouw; torentje; tour; tournee; traject; trektocht; trip; truc; uitje; uitstapje; wandeling; wandeltocht; weg; wending; wolkenkrabber; zijn ronde doen
tour de main foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc
truc foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc apparaat; artikel; ding; foef; gimmick; goed; goedje; goochelkunstje; goocheltruc; item; materiaal; object; spul; toestel; voorwerp; zaak

Verwante woorden van "foefje":


foefje vorm van foef: