Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gebruiker:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebruiker (Nederlands) in het Frans

gebruiker:

gebruiker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gebruiker (consument; verbruiker)
    le consommateur
  2. de gebruiker (consument van drugs)
    le drogué
    • drogué [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. de gebruiker (drugsverslaafde; junk)
    le junkie; le toxicomane; le consommateur de drogues; le drogué; le camé
  4. de gebruiker
    utilisateur

Vertaal Matrix voor gebruiker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
camé drugsverslaafde; gebruiker; junk druggebruiker; drugsverslaafde die spuit; spuiter
consommateur consument; gebruiker; verbruiker afnemer; cafébezoeker; caféganger; cliënt; consument; klant; koper
consommateur de drogues drugsverslaafde; gebruiker; junk
drogué consument van drugs; drugsverslaafde; gebruiker; junk cocaïneverslaafde; druggebruiker; drugverslaafde; verslaafde
junkie drugsverslaafde; gebruiker; junk
toxicomane drugsverslaafde; gebruiker; junk druggebruiker; drugverslaafde; verslaafde
utilisateur gebruiker
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drogué verslaafd

Verwante woorden van "gebruiker":


Wiktionary: gebruiker

gebruiker
noun
  1. iemand die iets gebruikt
  2. iemand die zich geregistreerd heeft en met enige regelmaat bijdragen levert aan één van de wikiprojecten
gebruiker
noun
  1. (term, Économie politique) usager, utilisateur, celui qui acheter des produits pour son usage, et non pour les revendre, par opposition à marchand.
  2. Celui qui utiliser un outil ou quelque chose.

Cross Translation:
FromToVia
gebruiker utilisateur Benutzer — Person, die etwas verwendet, gebraucht
gebruiker consommateur; utilisateur user — one who uses something, a consumer
gebruiker utilisateur; utilisatrice user — person who uses a computer