Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. geleerdheid:
  2. geleerd:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geleerdheid (Nederlands) in het Frans

geleerdheid:

geleerdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de geleerdheid
    l'érudition; le savoir; la connaissance; la science; la connaissances

Vertaal Matrix voor geleerdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
connaissance geleerdheid bekende; bekende persoon; capabelheid; competentie; geest; geestverschijning; gemoedstoestand; handigheid; kennis; kennisje; kneep; kunst; medeweten; schim; spook; spookverschijning; stemming; toer; truc; vage kennis; verschijning; weten; wetenschap
connaissances geleerdheid handigheid; kennis; kneep; kunst; toer; truc; weten
savoir geleerdheid handigheid; kennis; kneep; kunde; kundigheid; kunst; toer; truc; weten; wetenschap
science geleerdheid weten; wetenschap
érudition geleerdheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
savoir in staat zijn; kunnen; op de hoogte zijn; vermogen; weten
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
connaissance kennis

Verwante woorden van "geleerdheid":


geleerdheid vorm van geleerd:

geleerd bijvoeglijk naamwoord

  1. geleerd (geschoold; onderwezen)
    qualifié; formé
  2. geleerd (wijs; intelligent; slim)
    érudit; savant; cultivé

Vertaal Matrix voor geleerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
savant academicus; geleerde; hooggeleerde; hoogleraar; prof; professor; wetenschapper; wijze
érudit hooggeleerde; hoogleraar; prof; professor
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cultivé geleerd; intelligent; slim; wijs beleefd; belezen; beschaafd; erudiet; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; geletterd; gemanierd; gestudeerd; hooggeleerd; netjes; ontgonnen; ontwikkeld; voorkomend; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
formé geleerd; geschoold; onderwezen gevormd; uitgegroeid; volgroeid; volwassen
qualifié geleerd; geschoold; onderwezen bekwaam; bevoegd; capabel; competent; deskundig; doorkneed; ervaren; gediplomeerd; gekwalificeerd; gerechtigd; geschikt; gewettigd; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
savant geleerd; intelligent; slim; wijs belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; knap; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
érudit geleerd; intelligent; slim; wijs belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld

Verwante woorden van "geleerd":

  • geleerdheid, geleerder, geleerdere, geleerdst, geleerdste

Wiktionary: geleerd


Cross Translation:
FromToVia
geleerd érudit erudite — scholarly, learned
geleerd érudit; savant learned — having much learning
geleerd appris learnt — past participle of to learn