Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. genezen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor genezen (Nederlands) in het Frans

genezen:

genezen werkwoord (genees, geneest, genas, genazen, genezen)

  1. genezen (gezond worden; beteren; helen)
    guérir
    • guérir werkwoord (guéris, guérit, guérissons, guérissez, )

Conjugations for genezen:

o.t.t.
  1. genees
  2. geneest
  3. geneest
  4. genezen
  5. genezen
  6. genezen
o.v.t.
  1. genas
  2. genas
  3. genas
  4. genazen
  5. genazen
  6. genazen
v.t.t.
  1. heb genezen
  2. hebt genezen
  3. heeft genezen
  4. hebben genezen
  5. hebben genezen
  6. hebben genezen
v.v.t.
  1. had genezen
  2. had genezen
  3. had genezen
  4. hadden genezen
  5. hadden genezen
  6. hadden genezen
o.t.t.t.
  1. zal genezen
  2. zult genezen
  3. zal genezen
  4. zullen genezen
  5. zullen genezen
  6. zullen genezen
o.v.t.t.
  1. zou genezen
  2. zou genezen
  3. zou genezen
  4. zouden genezen
  5. zouden genezen
  6. zouden genezen
en verder
  1. ben genezen
  2. bent genezen
  3. is genezen
  4. zijn genezen
  5. zijn genezen
  6. zijn genezen
diversen
  1. genees!
  2. geneest!
  3. genezen
  4. genezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

genezen bijvoeglijk naamwoord

  1. genezen (hersteld)
    réparé

Vertaal Matrix voor genezen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guérir beteren; cureren; genezen; gezond worden; helen beteren; gezond maken; leven beteren
- helen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
réparé genezen; hersteld

Synoniemen voor "genezen":


Verwante definities voor "genezen":

  1. weer beter, gezond maken/worden1
    • de wond aan zijn been is genezen1

Wiktionary: genezen

genezen
Cross Translation:
FromToVia
genezen traiter; guérir cure — to restore to health
genezen assainir; guérir heal — make better
genezen récupérer recover — intransitive: to get better, regain health

Verwante vertalingen van genezen