Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gloeien:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gloeien (Nederlands) in het Frans

gloeien:

gloeien werkwoord (gloei, gloeit, gloeide, gloeiden, gegloeid)

  1. gloeien (nasmeulen; smeulen)
  2. gloeien (blozen; rood worden; kleuren)
    rougir; avoir un teint coloré
    • rougir werkwoord (rougis, rougit, rougissons, rougissez, )

Conjugations for gloeien:

o.t.t.
  1. gloei
  2. gloeit
  3. gloeit
  4. gloeien
  5. gloeien
  6. gloeien
o.v.t.
  1. gloeide
  2. gloeide
  3. gloeide
  4. gloeiden
  5. gloeiden
  6. gloeiden
v.t.t.
  1. heb gegloeid
  2. hebt gegloeid
  3. heeft gegloeid
  4. hebben gegloeid
  5. hebben gegloeid
  6. hebben gegloeid
v.v.t.
  1. had gegloeid
  2. had gegloeid
  3. had gegloeid
  4. hadden gegloeid
  5. hadden gegloeid
  6. hadden gegloeid
o.t.t.t.
  1. zal gloeien
  2. zult gloeien
  3. zal gloeien
  4. zullen gloeien
  5. zullen gloeien
  6. zullen gloeien
o.v.t.t.
  1. zou gloeien
  2. zou gloeien
  3. zou gloeien
  4. zouden gloeien
  5. zouden gloeien
  6. zouden gloeien
diversen
  1. gloei!
  2. gloeit!
  3. gegloeid
  4. gloeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gloeien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir un teint coloré blozen; gloeien; kleuren; rood worden
couver sous la cendre gloeien; nasmeulen; smeulen
rougir blozen; gloeien; kleuren; rood worden beschaamd voelen; rood aanlopen; rood worden; schamen; zich schamen

Wiktionary: gloeien


Cross Translation:
FromToVia
gloeien recuit annealing — act of heating solid metal or glass
gloeien recuit Anlassen — Das Anlassen ist das Erwärmen des Stahls nach dem Härten oder Schweißen zur Reduzierung von Materialspannungen.