Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. graaf:
  2. graven:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor graaf (Nederlands) in het Frans

graaf:

graaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de graaf (landgraaf)
    le comte
    • comte [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor graaf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comte graaf; landgraaf

Wiktionary: graaf

graaf
noun
  1. geschiedkundige term voor een landsheer, oorspronkelijk belast met de rechtspraak in een gebied, later wordt de titel verzelfstandigd tot een aanduiding van de heerser in een graafschap, één rang lager dan markies
graaf
noun
  1. antiq|fr dignitaire des derniers temps de l’empire romain et du bas-empire.

Cross Translation:
FromToVia
graaf comte count — the male ruler of a county
graaf comte earl — a British nobleman
graaf graphe graph — an ordered pair in graph theory
graaf comte GrafAdelstitel

graaf vorm van graven:

graven werkwoord (graaf, graaft, groef, groeven, gegraven)

  1. graven (delven)
    creuser; fouiller le sol; fouir le sol
    • creuser werkwoord (creuse, creuses, creusons, creusez, )
    • fouiller le sol werkwoord
    • fouir le sol werkwoord
  2. graven (opgraven; scheppen; opdelven)
    exhumer; déterrer
    • exhumer werkwoord (exhume, exhumes, exhumons, exhumez, )
    • déterrer werkwoord (déterre, déterres, déterrons, déterrez, )

Conjugations for graven:

o.t.t.
  1. graaf
  2. graaft
  3. graaft
  4. graven
  5. graven
  6. graven
o.v.t.
  1. groef
  2. groef
  3. groef
  4. groeven
  5. groeven
  6. groeven
v.t.t.
  1. heb gegraven
  2. hebt gegraven
  3. heeft gegraven
  4. hebben gegraven
  5. hebben gegraven
  6. hebben gegraven
v.v.t.
  1. had gegraven
  2. had gegraven
  3. had gegraven
  4. hadden gegraven
  5. hadden gegraven
  6. hadden gegraven
o.t.t.t.
  1. zal graven
  2. zult graven
  3. zal graven
  4. zullen graven
  5. zullen graven
  6. zullen graven
o.v.t.t.
  1. zou graven
  2. zou graven
  3. zou graven
  4. zouden graven
  5. zouden graven
  6. zouden graven
en verder
  1. is gegraven
  2. zijn gegraven
diversen
  1. graaf!
  2. graaft!
  3. gegraven
  4. gravend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor graven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
creuser zich geheel verdiepen in
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
creuser delven; graven doorgraven; uitdiepen; uitgraven; uithollen; verdiepen
déterrer graven; opdelven; opgraven; scheppen opduikelen; opscharrelen; opsnorren; opvissen; te voorschijn halen; voor de dag halen
exhumer graven; opdelven; opgraven; scheppen
fouiller le sol delven; graven
fouir le sol delven; graven

Wiktionary: graven

graven
verb
  1. een gat in de grond maken met de handen of met een graafwerktuig
graven
verb
  1. Faire un trou, un orifice.

Cross Translation:
FromToVia
graven creuser dig — to move hard-packed earth out of the way
graven approfondir drill — to investigate closer

Verwante vertalingen van graaf