Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heen en weer zwaaien (Nederlands) in het Frans

heen en weer zwaaien:

heen en weer zwaaien werkwoord

  1. heen en weer zwaaien (schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen)
    bercer; osciller; balancer; dodeliner; bringuebaler; se balancer; brimbaler
    • bercer werkwoord (berce, berces, berçons, bercez, )
    • osciller werkwoord (oscille, oscilles, oscillons, oscillez, )
    • balancer werkwoord (balance, balances, balançons, balancez, )
    • dodeliner werkwoord
    • bringuebaler werkwoord
    • se balancer werkwoord
    • brimbaler werkwoord
  2. heen en weer zwaaien (slingeren; zwaaien; zwenken)
    agiter; virer; secouer; tourner; sursauter; balancer; vaciller; tituber; tressauter; bercer; osciller; chanceler; fluctuer; cahoter; se balancer; brimbaler; se déporter
    • agiter werkwoord (agite, agites, agitons, agitez, )
    • virer werkwoord (vire, vires, virons, virez, )
    • secouer werkwoord (secoue, secoues, secouons, secouez, )
    • tourner werkwoord (tourne, tournes, tournons, tournez, )
    • sursauter werkwoord (sursaute, sursautes, sursautons, sursautez, )
    • balancer werkwoord (balance, balances, balançons, balancez, )
    • vaciller werkwoord (vacille, vacilles, vacillons, vacillez, )
    • tituber werkwoord (titube, titubes, titubons, titubez, )
    • tressauter werkwoord (tressaute, tressautes, tressautons, tressautez, )
    • bercer werkwoord (berce, berces, berçons, bercez, )
    • osciller werkwoord (oscille, oscilles, oscillons, oscillez, )
    • chanceler werkwoord (chancelle, chancelles, chancelons, chancelez, )
    • fluctuer werkwoord (fluctue, fluctues, fluctuons, fluctuez, )
    • cahoter werkwoord (cahote, cahotes, cahotons, cahotez, )
    • se balancer werkwoord
    • brimbaler werkwoord
    • se déporter werkwoord

Vertaal Matrix voor heen en weer zwaaien:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sursauter opschrikken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agiter heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken aan de zwerf zijn; afranselen; agiteren; beroeren; beven; heen en weer bewegen; iemand toetakelen; in beroering brengen; omroeren; op en neer bewegen; oppoken; opstoken; roeren; rondzwerven; schudden; trillen; wriggelen; wrikken; zwerven
balancer heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken aan de zwerf zijn; aarzelen; balanceren; deinen; golven; in evenwicht brengen; rondzwerven; schommelen; twijfelen; uitbalanceren; wankelen; weifelen; wiegelen; wiegen; zwerven; zwiepen
bercer heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken schommelen; wiegelen; wiegen
brimbaler heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken
bringuebaler heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen
cahoter heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken hobbelen; schuddend op en neer gaan; stoten
chanceler heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken deinen; golven; schommelen; waggelen; wankelen; wiegelen; wiegen
dodeliner heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen
fluctuer heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken fluctueren; variëren
osciller heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken bengelen; deinen; flakkeren; flikkeren; fluctueren; golven; oscilleren; schommelen; slingeren; variëren; vlammen; wankelen; wiegelen; wiegen; wriggelen; wrikken
se balancer heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken bengelen; deinen; golven; schommelen; slingeren; wiegen
se déporter heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken
secouer heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken afkloppen; afschudden; beven; deinen; golven; heen en weer bewegen; omschudden; opschudden; schommelen; schudden; trillen; wiegen; wriggelen; wrikken; zich ontdoen van
sursauter heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken opschrikken; opveren
tituber heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken deinen; fluctueren; golven; schommelen; variëren; waggelen; wiegen
tourner heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken aaneenrijgen; draaien; duizelen; iets omdraaien; in de war maken; inkleden; kantelen; keren; omdraaien; omkeren; omroeren; omwenden; omzwaaien; ontsluiten; opendraaien; openen; rijgen; roeren; rollen; ronddraaien; rondtollen; rondwentelen; roteren; teruggaan; tollen; wegdraaien; wenden; wentelen; zwenken
tressauter heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken opveren
vaciller heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken deinen; flakkeren; flikkeren; fluctueren; golven; schommelen; variëren; vlammen; wankelen; wiegelen; wiegen
virer heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken deponeren; draaien; geld overmaken; gijpen; gireren; keren; omslaan van het zeil voor de wind; overboeken; overschrijven; overzenden; per postgiro betalen; storten; wenden; zwenken

Verwante vertalingen van heen en weer zwaaien