Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. heffing:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heffing (Nederlands) in het Frans

heffing:

heffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de heffing (leges; kosten; belasting)
    le coûts; le frais; le droits; le prélèvement; la perception; la levée; la redevance; le droits d'expédition

Vertaal Matrix voor heffing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coûts belasting; heffing; kosten; leges
droits belasting; heffing; kosten; leges gebruikersrechten; rechten
droits d'expédition belasting; heffing; kosten; leges
frais belasting; heffing; kosten; leges afkoeling; besteding; gelduitgave; kost; kosten; onkosten; toeslag; uitgaaf; uitgave; uitgaven; verkoeling
levée belasting; heffing; kosten; leges het omhoogheffen; inklinking; inklinking van bout; klink; lanceren; lancering; lichting; omhoog steken; opheffing; opsteken
perception belasting; heffing; kosten; leges aanschouwen; apperceptie; belastingdienst; fiscus; gevoel; gewaarwording; incassering; incasso; innen; inning; invordering; observatie; observeren; perceptie; prikkeling; sensatie; vordering; waarneming; waarnemingsvermogen; zien; zintuiglijke gewaarwording; zintuiglijkheid
prélèvement belasting; heffing; kosten; leges orderverzamellijst; tol; voorheffing; wegenbelasting
redevance belasting; heffing; kosten; leges retributie; royalty
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frais fris; frisjes; gekoeld; kil; koel; koeltjes; luchtig; nieuw; nieuwbakken; nieuwe; onbestorven; vers; versgebakken

Verwante woorden van "heffing":


Wiktionary: heffing


Cross Translation:
FromToVia
heffing droit de douane custom — duties or tolls imposed by law on commodities, imported or exported