Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. jongens:
  2. jongen:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor jongens:
    • mecs


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jongens (Nederlands) in het Frans

jongens:

jongens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de jongens (rakkers)
    le polisson

Vertaal Matrix voor jongens:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
polisson jongens; rakkers bengel; blaag; boef; boefje; deugniet; fielt; jongen; kwajongen; lelijkerd; ondeugd; picaro; rakker; rekel; schalk; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; smiek; stouterd; viezerik; vlegel; zwijn
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
polisson bengelachtig; ernaast; fout; foutief; guitig; jongensachtig; kwajongensachtig; mis; ondeugend; onjuist; onwaar; rekelachtig; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; ten onrechte; verkeerd

Verwante woorden van "jongens":


Wiktionary: jongens


Cross Translation:
FromToVia
jongens gars boy — male of any age, used as a friendly diminutive
jongens gars; garçon boy — male friend

jongens vorm van jongen:

jongen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de jongen (rakker)
    le mec; le coquin; le garnement; le vilain; le petit brigand; le polisson; l'espiègle

jongen werkwoord (jong, jongt, jongde, jongden, gejongd)

  1. jongen (werpen; ter wereld brengen)

Conjugations for jongen:

o.t.t.
  1. jong
  2. jongt
  3. jongt
  4. jongen
  5. jongen
  6. jongen
o.v.t.
  1. jongde
  2. jongde
  3. jongde
  4. jongden
  5. jongden
  6. jongden
v.t.t.
  1. heb gejongd
  2. hebt gejongd
  3. heeft gejongd
  4. hebben gejongd
  5. hebben gejongd
  6. hebben gejongd
v.v.t.
  1. had gejongd
  2. had gejongd
  3. had gejongd
  4. hadden gejongd
  5. hadden gejongd
  6. hadden gejongd
o.t.t.t.
  1. zal jongen
  2. zult jongen
  3. zal jongen
  4. zullen jongen
  5. zullen jongen
  6. zullen jongen
o.v.t.t.
  1. zou jongen
  2. zou jongen
  3. zou jongen
  4. zouden jongen
  5. zouden jongen
  6. zouden jongen
diversen
  1. jong!
  2. jongt!
  3. gejongd
  4. jongend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor jongen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coquin jongen; rakker bandiet; boef; boosdoener; booswicht; ellendeling; etter; etterbak; fielt; galbak; galgenbrok; galgentronie; klier; kreng; mispunt; onverlaat; picaro; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; slechtaard; smeerlap; smiecht; smiek; snaak; snoodaard; stouterd; stuk ongeluk
espiègle jongen; rakker bengel; boefje; deugniet; grappenmaker; guit; komiek; kwajongen; mallerd; olijkerd; ondeugd; paljas; pias; rakker; schalk; schavuit; schelm; snaak; stinkerd; stouterd; uilenspiegel; vlegel
garnement jongen; rakker boef; fielt; rekel; schobbejak; schurk; stouterd
mec jongen; rakker gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent
mettre bas jongen krijgen; werpen
petit brigand jongen; rakker rekel; schelmpje
polisson jongen; rakker bengel; blaag; boef; boefje; deugniet; fielt; jongens; kwajongen; lelijkerd; ondeugd; picaro; rakkers; rekel; schalk; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; smiek; stouterd; viezerik; vlegel; zwijn
vilain jongen; rakker
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire des petits jongen; ter wereld brengen; werpen
mettre bas jongen; ter wereld brengen; werpen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espiègle geestig; geinig; grappig; guitig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; olijk
polisson bengelachtig; ernaast; fout; foutief; guitig; jongensachtig; kwajongensachtig; mis; ondeugend; onjuist; onwaar; rekelachtig; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; ten onrechte; verkeerd
vilain achterbaks; afstotend; banaal; bar slecht; bliksems; doortrapt; duivelachtig; duivels; erg boosaardig; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; kwaadaardig; laag-bij-de-grond; leep; lelijk; listig; lomp; onaantrekkelijk; onooglijk; plat; platvloers; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; verdraaid; verduiveld; verlopen; vunzig

Verwante woorden van "jongen":


Antoniemen van "jongen":


Verwante definities voor "jongen":

  1. kind van mannelijk geslacht1
    • ze hebben twee kinderen, een jongen en een meisje1

Wiktionary: jongen

jongen
noun
  1. onvolwassen man
jongen
noun
  1. Jeune homme
  2. enfant ou adolescent mâle, par opposition à fille.

Cross Translation:
FromToVia
jongen garçon boy — young male
jongen garçon lad — a boy
jongen homme male — human of masculine sex or gender
jongen petit young — offspring
jongen garçon; gars Bursche — junger Mann; Junge
jongen garçon Jungemännliches Kind
jongen garçon Knabegehoben, veraltend, süddeutsch: Kind männlichen Geschlechts