Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. knijp:
  2. knijpen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knijp (Nederlands) in het Frans

knijp:


knijp vorm van knijpen:

knijpen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het knijpen (kneep)
    le pincement

knijpen werkwoord (knijp, knijpt, kneep, knepen, geknepen)

  1. knijpen (beknibbelen; knibbelen; schrapen)
    marchander; gratter; rogner; rogner sur; lésiner sur
    • marchander werkwoord (marchande, marchandes, marchandons, marchandez, )
    • gratter werkwoord (gratte, grattes, grattons, grattez, )
    • rogner werkwoord (rogne, rognes, rognons, rognez, )
    • rogner sur werkwoord
    • lésiner sur werkwoord

Conjugations for knijpen:

o.t.t.
  1. knijp
  2. knijpt
  3. knijpt
  4. knijpen
  5. knijpen
  6. knijpen
o.v.t.
  1. kneep
  2. kneep
  3. kneep
  4. knepen
  5. knepen
  6. knepen
v.t.t.
  1. heb geknepen
  2. hebt geknepen
  3. heeft geknepen
  4. hebben geknepen
  5. hebben geknepen
  6. hebben geknepen
v.v.t.
  1. had geknepen
  2. had geknepen
  3. had geknepen
  4. hadden geknepen
  5. hadden geknepen
  6. hadden geknepen
o.t.t.t.
  1. zal knijpen
  2. zult knijpen
  3. zal knijpen
  4. zullen knijpen
  5. zullen knijpen
  6. zullen knijpen
o.v.t.t.
  1. zou knijpen
  2. zou knijpen
  3. zou knijpen
  4. zouden knijpen
  5. zouden knijpen
  6. zouden knijpen
en verder
  1. ben geknepen
  2. bent geknepen
  3. is geknepen
  4. zijn geknepen
  5. zijn geknepen
  6. zijn geknepen
diversen
  1. knijp!
  2. knijpt!
  3. geknepen
  4. knijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor knijpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pincement kneep; knijpen knijpbeweging
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gratter beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen afkrabben; afschrappen; krassen; schrapen; schrappen; wegkrabben; zich krabben
lésiner sur beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen
marchander beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen afdingen; afpingelen; dingen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren
rogner beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen bijknippen; bijsnijden; een beetje knippen; knellen; strak zitten
rogner sur beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen

Verwante woorden van "knijpen":


Verwante definities voor "knijpen":

  1. met je vingers aan tegenovergestelde kanten drukken1
    • hij kneep in de perzik om te voelen of hij rijp was1
  2. pijn doen door zijn vel tussen je vingers te drukken1
    • hij kneep zijn zusje in haar arm1

Wiktionary: knijpen

knijpen
verb
  1. tussen twee punten druk uitoefenen
knijpen
verb
  1. serrer fortement avec une pince, avec des tenailles ou autres instruments semblables.

Cross Translation:
FromToVia
knijpen pincer pinch — to squeeze a small amount of skin
knijpen presser; comprimer; tasser; serrer squeeze — to apply pressure to from two or more sides at once