Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. koesteren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koesteren (Nederlands) in het Frans

koesteren:

koesteren werkwoord (koester, koestert, koesterde, koesterden, gekoesterd)

  1. koesteren
    caresser; nourrir
    • caresser werkwoord (caresse, caresses, caressons, caressez, )
    • nourrir werkwoord (nourris, nourrit, nourrissons, nourrissez, )

Conjugations for koesteren:

o.t.t.
  1. koester
  2. koestert
  3. koestert
  4. koesteren
  5. koesteren
  6. koesteren
o.v.t.
  1. koesterde
  2. koesterde
  3. koesterde
  4. koesterden
  5. koesterden
  6. koesterden
v.t.t.
  1. heb gekoesterd
  2. hebt gekoesterd
  3. heeft gekoesterd
  4. hebben gekoesterd
  5. hebben gekoesterd
  6. hebben gekoesterd
v.v.t.
  1. had gekoesterd
  2. had gekoesterd
  3. had gekoesterd
  4. hadden gekoesterd
  5. hadden gekoesterd
  6. hadden gekoesterd
o.t.t.t.
  1. zal koesteren
  2. zult koesteren
  3. zal koesteren
  4. zullen koesteren
  5. zullen koesteren
  6. zullen koesteren
o.v.t.t.
  1. zou koesteren
  2. zou koesteren
  3. zou koesteren
  4. zouden koesteren
  5. zouden koesteren
  6. zouden koesteren
en verder
  1. ben gekoesterd
  2. bent gekoesterd
  3. is gekoesterd
  4. zijn gekoesterd
  5. zijn gekoesterd
  6. zijn gekoesterd
diversen
  1. koester!
  2. koestert!
  3. gekoesterd
  4. koesterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

koesteren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. koesteren (koestering)
    le soins attentifs

Vertaal Matrix voor koesteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soins attentifs koesteren; koestering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caresser koesteren aaien; knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen; strelen
nourrir koesteren borstvoeding geven; de borst geven; eten geven; financieel steunen; grootbrengen; onderhouden; opvoeden; spijzen; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voedsel geven; voeren; vormen; zogen

Wiktionary: koesteren

koesteren
verb
  1. soigner quelqu’un avec tendresse, avec affection.
  2. En parlant des passions, des sentiments, des mouvements de l’âme.
  3. Traductions à trier suivant le sens
  4. soigner délicatement

Cross Translation:
FromToVia
koesteren tenir; chérir cherish — to nurture with care
koesteren chérir; tenir cherish — to hold dear, foster, promote
koesteren choyer; gâter; dorloter indulge — to satisfy the wishes or whims of
koesteren materner mother — to treat as a mother would be expected to

Verwante vertalingen van koesteren