Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. krediet verlenen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor krediet verlenen (Nederlands) in het Frans

krediet verlenen:

krediet verlenen werkwoord (verleen krediet, verleent krediet, verleende krediet, verleenden krediet, krediet verleend)

  1. krediet verlenen
    prêter; accorder un crédit
    • prêter werkwoord (prête, prêtes, prêtons, prêtez, )

Conjugations for krediet verlenen:

o.t.t.
  1. verleen krediet
  2. verleent krediet
  3. verleent krediet
  4. verlenen krediet
  5. verlenen krediet
  6. verlenen krediet
o.v.t.
  1. verleende krediet
  2. verleende krediet
  3. verleende krediet
  4. verleenden krediet
  5. verleenden krediet
  6. verleenden krediet
v.t.t.
  1. heb krediet verleend
  2. hebt krediet verleend
  3. heeft krediet verleend
  4. hebben krediet verleend
  5. hebben krediet verleend
  6. hebben krediet verleend
v.v.t.
  1. had krediet verleend
  2. had krediet verleend
  3. had krediet verleend
  4. hadden krediet verleend
  5. hadden krediet verleend
  6. hadden krediet verleend
o.t.t.t.
  1. zal krediet verlenen
  2. zult krediet verlenen
  3. zal krediet verlenen
  4. zullen krediet verlenen
  5. zullen krediet verlenen
  6. zullen krediet verlenen
o.v.t.t.
  1. zou krediet verlenen
  2. zou krediet verlenen
  3. zou krediet verlenen
  4. zouden krediet verlenen
  5. zouden krediet verlenen
  6. zouden krediet verlenen
diversen
  1. verleen krediet!
  2. verleent krediet!
  3. krediet verleend
  4. krediet verlenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor krediet verlenen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accorder un crédit krediet verlenen lenen; uitlenen
prêter krediet verlenen gunnen; gunst verlenen; lombarderen; voorschieten

Verwante vertalingen van krediet verlenen